De in het bureauonderzoek geformuleerde gespecificeerde archeologische verwachtingwerd geheel bevestigd door het booronderzoek. De bodem is in de meesteboringen tot op grote diepte verstoord. Eventuele sporen vanaf de IJzertijd zijnhierbij grotendeels verloren gegaan. Vanaf een diepte van ongeveer anderhalvemeter bevindt zich onder de kleiafzettingen kleiig zand. Dit zand moet niet wordenbeschouwd als een pleistocene afzetting, maar als verspoeld zand uit een periodedat het gebied nog een waddengebied was en geen klei afgezet kon worden. Dekans op het aantreffen van onverstoorde archeologische resten wordt klein geacht.Verder onderzoek ter plaatse lijkt niet noodzakelijk.
Issued: 5 augustus 2008