Tussen de waterzuiveringen van Ruinen en Echten wordt een persleiding voor de riolering aangelegd. Dit is nodig omdat de waterzuivering van Ruinen niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd. Omdat het tracé van de persleiding gebieden met een hoge archeologische verwachting passeert en ook dicht langs enkele archeologische monumenten gaat, was het nodig dat binnen het tracé onderzoek naar de archeologische waarden zou plaatsvinden. Omdat de aanleg van de persleiding al van start was gegaan, behoorde planinpassing niet meer tot de mogelijkheden. Daarom is besloten om een archeologisch onderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en een archeologische opgraving met beperkingen uit te voeren.Het Waterschap Reest en Wieden gaf aan Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht om dit onderzoek archeologisch te begeleiden. De aanleg van de persleiding wordt uitgevoerd door de NTP groep. De archeologische opgraving met beperkingen is uitgevoerd door mw. drs. J.B. Hielkema en vond plaats tussen 25 november en 6 december 2004. Het vondstmateriaal werd uitgewerkt en beschreven door mw. drs. K.L.B. Bosma (aardewerk), dr. H. Buitenhuis (dierlijk botmateriaal) en drs. ing. G.J. de Roller (hout).Aan de hand van de resultaten van het archeologisch onderzoek kunnen de onderzoeksvragen, zoals deze gesteld zijn in het PvE (zie paragraaf 1.4), als volgt worden beantwoord.1 Zijn er archeologische resten aanwezig binnen het leidingtracé?Ter hoogte van het archeologische monument Oldenhave zijn sporen van grachten en muurwerk aangetroffen. De archeologische vondsten op deze locatie betreffen aardewerk, bakstenen en een ploegstaart. De overige terreinen hebben geen archeologische resten opgeleverd.2 Wat is de aard, conservering en datering van deze resten?Er zijn grachten en muurwerk aangetroffen. Deze zijn te interpreteren als de binnengracht en een muur van een gebouw op het binnenterrein. Afgaande op historische beschrijvingen en de kadasterkaart uit 1832 is het binnenterrein vierkant geweest en zal het gezien de afstand tussen de grachten een omvang van 30 bij 30 m hebben gehad. Op dit binnenterrein stond het huis Oldenhave. In de gracht is vondstmateriaal aangetroffen bestaande uit aardewerk, bakstenen, dakpannen en het handvat van een ploeg. De conservering van dit vondstmateriaal is over het algemeen goed. Het oudste vondstmateriaal betreft aardewerk uit de 13e eeuw, daarnaast is er materiaal uit de Nieuwe Tijd aangetroffen. Het jongste materiaal stamt uit de 18e eeuw. Dit is in overeenstemming met het gegeven dat het huis aan het begin van de 19e eeuw is gesloopt.3 Is er een relatie te leggen tussen de aangetroffen archeologische resten en de bekende archeologische vindplaatsen in de omgeving?De aangetroffen resten op het terrein Oldenhave zijn te relateren aan het middeleeuwse huis Oldenhave. De binnengracht die om het kasteel liep is aangesneden op twee plaatsen. De singelgracht is aan de zuidzijde van het terrein aangesneden. De vondsten zijn te relateren aan de bewoning van het huis in de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd.4 Geven de resultaten van het onderzoek aanleiding om de verwachtinszones volgens de IKAW in de directe omgeving aan te passen?Het blijkt dat het monument Oldenhave zoals dat op de monumentenkaart staat aangegeven niet de juiste locatie is. Uit gesprekken met bewoners, kadasterkaarten en uit de resultaten van de opgraving met beperkingen blijkt dat het oorspronkelijke terrein veel groter is geweest. Het binnenterrein heeft een omvang van 30 bij 30 m. Het terrein binnen de singelgracht, waarop allerlei bijgebouwen hebben gestaan, heeft een omvang van ongeveer 150 bij 200 m gehad. Het huis zelf heeft ten oosten van het in Archis II aangegeven gebied gelegen. De ligging van het monument Oldenhave zou derhalve aangepast moeten worden, waarbij ook het terrein binnen de singelgracht aangegeven zou moeten worden, omdat hier ook diverse archeologische resten te verwachten zijn.
Date: 2004