Het plangebied ligt in een laagte in het landschap, een beekdal. De afzettingen in de ondergrond wijzen op verspoeling van afzettingen als zand, leem, klei en grind van elders die in het plangebied zijn afgezet. De datering van deze afzettingen is niet bekend. Door omwerking van de top van deze afzettingen met de humeuze bovengrond met het spoelen is de overgang zeer geleidelijk en bestaat uit vlekken en brokken van beide pakketten. Deze overgang is het niveau waarop archeologische resten worden verwacht. Het niveau is echter verstoord door de omwerking en bevat geen sporen die wijzen op archeologische resten van vóór de Nieuwe tijd. Tijdens de begeleiding zijn enkele voormalige sloten aangetroffen, zoals sporen 2, 4, 5, en mogelijk 8. Deze sloten waren deel van het agrarische landschap in de 19e eeuw en zijn overwegend gedempt in de 20e eeuw, vermoedelijk bij areaalvergroting. In de sloten zijn geen vondsten gedaan die een indicatie geven van de ouderdom van de sloten. De dikte van het humeuze dek en de overige sporen geven aan dat het gebied in gebruik was voor de landbouw en dat het niet intensief gebruikt werd voor andere doeleinden die sporen nagelaten kunnen hebben, zoals bewoning.
Date: 09/02/2015 (veldwerk)