Bureau voor Archeologie heeft een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de Edeseweg 36-38 te Lunteren.
.In het plangebied worden de schuren gesloopt en worden woningen gebouwd.
Tijdens het booronderzoek zijn tien boringen tot in de C-horizont gezet. De einddieptes liggen tussen 120 en 250 cm -mv. Ter hoogte van de woning in het oosten van het plangebied is onder een ophoogpakket een intacte podzolbodem aanwezig. In de top van deze bodem kunnen archeologische resten aanwezig zijn. Tevens kunnen rondom de woning in de ondergrond resten aanwezig zijn van een historisch erf en boerderij. In deze zone adviseert Bureau voor Archeologie om graafwerkzaamheden te beperken tot 40 cm -mv. Indien dit niet mogelijk is, wordt in deze zone een proefsleuvenonderzoek geadviseerd.
De werkwijze van het onderzoek dient vastgelegd te worden in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).
In de rest van het plangebied is een verstoord pakket of A-horizont op de C-horizont aanwezig. Vermoedelijk is dit deel van het plangebied ongeschikt geweest voor bewoning. In dit deel worden geen behoudenswaardige archeologische resten verwacht. Bureau voor Archeologie adviseert in deze zone vrijgave voor de voorgenomen ontwikkeling.
Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat bij de graafwerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen op plaatsen en dieptes waar die niet worden verwacht. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Ede.