Bij de uitbreiding van het verzorgingscentrum 't Oldeheem is archeologisch gezien een kans gemist. Het aanleggen van een proefsleuf zou zeker hebben aangetoond dat een archeologische opgraving voor dit gebied noodzakelijk was geweest. Dit onderzoek had eenvoudig kunnen worden uitgevoerd. Vermoedelijk zou het trekken van één vlak, juist op de bovenzijde van de kwelderwal genoeg zijn geweest om de bewoning van dit gebied. Nu kon slechts gekeken worden naar een niveau dat alleen de allerdiepste bewoningssporen liet zien.De waarneming in de bouwput van de uitbreiding van verzorgingscentrum 't Oldeheem heeft geen sporen opgeleverd die ouder zijn dan men uit historische bronnen kon verwachten. De monniken zullen de eerste bewoners zijn geweest op deze plek. Het vondstmateriaal dat eerder gedateerd kan worden is van een zodanige ouderdom dat het door de monniken van elders kan zijn meegebracht. Dat die eerste monniken zich buiten de dijken vestigden, blijkt onder andere uit de zooutwater-mosselschelpen in de oudste aangetroffen waterput. Kennelijk was de zee nog zo dichtbij, dat een gedeelte van het voedsel hieruit betrokken werd. Latere dierlijke voedselresten laten alleen vee als voedselbron voor vlees zien.De eerste bewoners van de kwelderwal hebben geen wierde opgeworpen. De kwelderwal was kennelijk hoog genoeg om er droge voeten op te houden. De waarneming van 1946 en het RAAP booronderzoek in 1997 bevestigen dit.De eerste kloosternederzetting is kleiner geweest dan het terrein dat uiteindelijk werd ingenomen. Een oudere gracht blijkt aanwezig te zijn met een doorgang in de vorm van een dam in het zuiden. Alle middeleeuwse sporen tekenen zich af binnen deze eerste gracht. Pas later is een tweede gracht zuidelijker aangelegd. Ook deze had in het midden een dam om doorgang naar het zuiden te geven. Beide dammen liggen ongeveer in het verlengde van de huidige St.-Jansstraat.De boerderij die op de kaart van 1729 van Hindrik Warner Folckers staat afgebeeld, heeft een middeleeuwse voorloper gehad. Daarop wijzen niet alleen de waterputten, maar ook de houtresten van palen en balken die tijdens het graven werden waargenomen.
Date: 1997