In opdracht van Dhr. M. Heine heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Oosteinde 9 in Stompwijk (gemeente Leidschendam-Voorburg). In het plangebied zal de bestaande woning gesloopt worden en een nieuwe woning gebouwd worden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Op kaarten vanaf 1615 is in het plangebied een boerderij afgebeeld. Op de kadastrale minuut uit 1812 is in het plangebied een boerderij afgebeeld waarvan de vorm overeenstemt met de huidige boerderij (afb. 5). Op kaarten uit de 19e en 20e eeuw is deze boerderij weergegeven. Mogelijk stamt de huidige boerderij dan ook uit het begin van de 19e eeuw. In het plangebied worden daarom voornamelijk archeologische bewoningsresten uit de Nieuwe tijd en eventueel de Late Middeleeuwen verwacht. Het betreft hier waarschijnlijk waterputten, beerputten of andere bewoningsresten. De resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zullen zich naar verwachting direct onder het maaiveld bevinden in een toemaakdek. Ten oosten van de boerderij zijn op kaarten uit de 19e en 20e eeuw bouwwerken afgebeeld. De geplande locatie van de nieuwe keuken kan al verstoord zijn geraakt door deze bouwwerkzaamheden.Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn drie boringen tot 2 m -mv gezet. De diepe ondergrond van het plangebied bestaat uit slappe kwelderafzettingen. Hierop is een pakket rietveen gevormd. De bovengrond bestaat uit een pakket opgebrachte grond van 65 cm (boring 3) tot tenminste 170 cm dik (boring 1). Dit pakket bestaat uit matig fijn zand en heeft een andere bodemtextuur dan een toemaakdek. Omdat niet precies bekend is wanneer dit pakket is opgebracht kunnen hier nog archeologische resten uit de Nieuwe tijd in aanwezig zijn. De geplande bodemingreep zal grotendeels plaatsvinden ter hoogte van de oostelijke vleugel van de huidige bebouwing. De nieuwe bebouwing zal ca. 10 m2 buiten de huidige bebouwing uitsteken.Alhoewel hierbij mogelijk bewoningsresten uit de Nieuwe tijd verstoord kunnen worden is de informatiewaarde van archeologische resten in een dergelijke kleine oppervlakte zeer beperkt. ADC ArcheoProjecten adviseert daarom het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. Het selectiebesluit van de gemeente Leidschendam-Voorburg luidt dat een archeologische begeleiding uitgevoerd dient te worden door de Archeologische Werkgroep Leidschendam- Voorburg tijdens de sloopwerkzaamheden. De eventuele archeologische resten uit de Nieuwe tijd kunnen op deze wijze gedocumenteerd worden.