In opdracht van VanWestreenen BV heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Aaltenseweg 92 in Lichtenvoorde (gemeente Oost Gelre). In het plangebied zullen sloop- en vervolgens nieuwbouwwerkzaamheden plaatsvinden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging van het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Volgens de gespecificeerde verwachting uit het bureauonderzoek werden in het noordelijke deel van het plangebied een hoge bruine enkeerdgrond verwacht. In dit soort gronden kunnen archeologische resten voorkomen uit perioden vanaf het Laat Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd. In het zuidelijke deel van het plangebied waren naar verwachting veldpodzolgronden aanwezig. Hier ontbreekt een plaggendek en werden archeologische resten verwacht uit perioden vanaf het Laat Paleolithicum en in het bijzonder uit het Neolithicum.Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd. Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat in het plangebied vanaf gemiddeld 60 cm -mv en dieper dekzand (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden) aanwezig is. Op het dekzand is in boringen 2 t/m 6 een 25 cm dikke omgewerkte laag zand aangetroffen met grijze, bruine en gele vlekken. In boring 2 zijn in deze laag sintels aangetroffen. De grens naar de bovenliggende lagen wordt gekenmerkt als scherp. Eventuele aanwezige archeologische resten zijn door de omwerking van de bodem verstoord geraakt. Vanaf 35 cm -mv tot aan het maaiveld is de bouwvoor aanwezig.In boring 1 heeft zich onder een ophogingslaag en in het dekzand podzolering opgetreden. Dit betekent dat ter plaatse nog archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Om dit te kunnen toetsen zijn twee boringen in de karterende fase uitgevoerd met een 15 cm boor. De eventuele relevante archeologische lagen zijn gezeefd over een zeef met een diameter van 3 mm. In het zeefresidu zijn geen indicatoren aangetroffen die kunnen wijzen op archeologische resten in de bodem. In het plangebied zijn geen aanwijzingen gevonden voor archeologische resten in de bodem.Derhalve adviseert ADC ArcheoProjecten om het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.