Het onderzoek is een vervolg op een in 2019 en 2020 uitgevoerd bureauonderzoek. Op basis van het bureauonderzoek werden in het plangebied drie potentiële archeologische niveaus verwacht. In de top van de oeverafzettingen van de Brakelse stroomgordel op 3 to 5 m –mv werden archeologische waarden uit het Neolithicum tot en met de IJzertijd verwacht. In de top van de oeverafzettingen van de Merwede werden archeologische waarden uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen verwacht. Deze niveaus manifesteren zich als archeologische lagen; vaak een humeuze, ontkalkte laag met daarin kleine fragmenten aardewerk en houtskool. De oeverafzettingen van de Merwede worden afgedekt door een 1 tot 2 m dik overstromingspakket dat tijdens de St. Elisabethsvloed of latere overstromingen in de 15e eeuw is afgezet. In het oosten van het plangebied worden archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd verwacht. Dit niveau kenmerkt zich door een concentratie van aardewerk en bouwmateriaal in een humeuze, opgebrachte laag.Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend en voor de niveaus van de Brakelse stroomgordel en de stroomgordel van de Merwede karterend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de ondergrond van het plangebied uit lagen komklei en mineraalarm veen bestaat. Het plangebied heeft in het komgebied gelegen tot de vorming van de stroomgordel van de Merwede. De komafzettingen worden afgedekt door een 50 cm dikke laag sterk tot uiterst siltige klei. Het betreft hier een pakket oeverafzettingen van de Merwede. In het oosten van het plangebied is mogelijk een pakket crevasse-afzettingen van de Merwede aangetroffen. De oeverafzettingen worden in het westen van het plangebied afgedekt door een laag matig zandige klei met roestvlekken. Waarschijnlijk is dit pakket gevormd tijdens de overstromingen van de St. Elisabethsvloed en latere overstromingen in de 15 eeuw. De top van de overstromingsafzettingen is omgezet in de 60 tot 70 cm dikke recente bouwvoor. In het oosten van het plangebied is een dik humeus klei- en zandpakket aanwezig boven de oeverafzettingen.Waarschijnlijk is dit een pakket dijk- of terphophogingslagen uit de Late Middeleeuwen (en/of de Nieuwe tijd). Dit pakket wordt afgedekt door een recent opgebrachte, lichtgrijze zandlaag en een recente bouwvoor van gecombineerd 70 tot 135 cm dik.In de zone met de dijk- en/of terpophogingslagen in het oosten van het plangebied zijn geen graafwerkzaamheden gepland. Dit gedeelte van het plangebied zal worden opgehoogd. De dikte van het ophogingspakket is niet zodanig dat verdrukking van het pakket met dijk- of terpophogingslagen kan optreden. Wel zal enige verstoring optreden door het aanbrengen van heipalen. Als een beperkt heipalenplan gehanteerd wordt, waarbij maximaal 2% van het gebied ‘bedekt’ wordt door de geplande heipalen, zal de de naar verwachting aanwezige archeologische vindplaats goed in situ bewaard blijven.