In opdracht van Gemeente Ede heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Peppelensteeg te Ede. Aanleiding voor dit onderzoek is een bestemmingsplanwijziging waarbij sportvelden zullen worden aangelegd.Conclusie:Voor het plangebied gold aan de hand van het bureauonderzoek een middelhoge tot hoge verwachting op aantreffen van archeologische resten voor met name de Steentijd en de Late IJzertijd - Vroeg Romeinse tijd in de top van het bodemprofiel (podzolprofiel) onder de A-horizont. Ten zuiden en ten oosten van het plangebied komen hoger gelegen dekzandruggen voor. Deze ruggen vormden in het verleden een betere vestigingsplaats vanwege de hogere ligging in het landschap dan de lager gelegen vlakte en welvingen, waar het plangebied in ligt. Aan het maaiveld zijn tijdens het veldonderzoek geen aanwijzingen gevonden die kunnen duiden op bewoning in het verleden. In een aantal boringen zijn (veld) podzolgronden aangetroffen die vaak in relatief laag gelegen gebieden voorkomen. Deze zijn minder aantrekkelijk voor bewoning.In circa 40 procent van het plangebied is de bodem verstoord, waarbij het oorspronkelijke podzolprofiel vernietigd is. De oorspronkelijke E-horizonten zijn niet meer aanwezig. De bouwvoor is, met uitzondering van boring 8, gemiddeld circa 30 cm dik. Door de vermenging van de oorspronkelijke bovengrond en de huidige bovengrond is de kans klein dat archeologische waarden intact aanwezig zijn. Indien de bovengrond dikker was geweest (laarpodzolgrond), zou de kans op de aanwezigheid van archeologische resten groter zijn geweest.Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek adviseert BAAC bv dat een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.