'Vitilia zal sterven' Archeologische begeleiding in de Merwedestraat, Nijmegen-West. Archeologische Berichten Nijmegen - Rapport 77

DOI

Het archeologisch onderzoek in de Merwedestraat gaf – letterlijk – een kleine doorsnede door de geschiedenis van de Romeinse stad Ulpia Noviomagus. Het onderzoeksgebied ligt in het zuidelijk deel van de stad die tussen 70 en 80 na Chr. is gesticht. Er is nog niet veel bekend over de stadsindeling in de beginfase, toen de stad met name houtbouw kende. Bij het archeologisch onderzoek zijn een beerput en enkele kuilen uit deze vroege fase aangesneden. Deze sporen indiceren dat het onderzoeksgebied en directe omgeving toen bewoond moet zijn geweest. Rond het jaar 100 zijn delen van de stad opnieuw ingedeeld en kwam de steenbouw op.Mogelijk ging de herindeling van de stad samen met het afbranden van de oude bebouwing. In de Merwedestraat zijn lagen met verbrand leem aangetroffen die worden geassocieerd met deze brandstichting. Ten zuiden van de Merwedestraat, ter hoogte van het huidige Maasplein, werden tempels opgericht ter ere van Fortuna en Mercurius. De fundering van de noordelijke muur van het tempelcomplex is aangesneden bij het archeologisch onderzoek. Ten noorden van het tempelcomplex liep waarschijnlijk een zuidoost–noordwest georiënteerde grindweg die circa 9 m breed was, de decumanus maximus. Op basis van de bevindingen in de Merwedestraat, kon vastgesteld worden dat de weg aan zuidzijde, en mogelijk ook aan noordzijde, geflankeerd was door een porticus. Een baan van grauwacke-stenen in de Merwedestraat zou het restant kunnen zijn van een riool onder de houten funderingen van het wegdek.Hoewel de verwachting was dat ten noorden van de weg resten aangetroffen konden worden van het forum, zijn deze niet gevonden of herkend. Wel zijn leemlagen gedocumenteerd die geïnterpreteerd zijn als de restanten van wanden en vloeren van woningen ten noorden van de weg. De woningen zullen vrijwel direct aan de weg of porticus hebben gestaan en het achtererf, al dan niet met latrinekuilen en beerputten, zal als tuin gebruikt zijn. Zo’n latrinekuil is aangesneden in het noorden van de Merwedestraat.Hoe de woningen eruit zagen weten we niet. De restanten van bouwmateriaal die zijn verzameld geven wel enige indruk : Er zullen huizen gestaan hebben met stenen dakpannen. De muren waren opgebouwd uit vlechtwerk en gestuukt met leem en pleister. Het pleisterwerk moet kleurrijk zijn geweest, getuige de restanten pleister met rode verf, soms met groene en gele accenten. Sommige huizen zullen vloerverwarming hebben gehad. De bouwmaterialen, waaronder grauwacke, tufsteen, kalksteen en leisteen, moeten van elders aangevoerd zijn. Hoe zal de inrichting van de huizen zijn geweest ? Deze vraag moet onbeantwoord blijven. Waarschijnlijk hebben er zitmeubels en kisten gestaan, al dan niet gedecoreerd met meubelbeslag, aangezien enkele beslagstukken zijn gevonden. De vondst van een sleutel geeft aan dat de bewoner zuinig was op zijn bezittingen.Niets menselijks was de bewoner van Ulpia Noviomagus vreemd. Naast het zorgvuldig omgaan met zijn bezittingen, zal hij ook goed voor zichzelf gezorgd hebben. De vondsten van een oorlepel en pincetten en / of een sonde uit verschillende contexten en bewoningsfasen duiden op het gebruik van cosmetische stoffen en / of medische verzorging. Dat men goed voor de dag wilde komen, blijkt ook uit de vondst van de meloenkraal die als sieraad gedragen zal zijn en de diverse fibulae. Enerzijds diende de fibula een praktisch doel, namelijk het bevestigen van kleding. Anderzijds hadden zulke kledingspelden een decoratieve en mogelijk ook symbolische functie. Het laatste geldt zeker voor de in de Merwedestraat gevonden figuurfibula in de vorm van een haas, die mogelijk op symbolische wijze verwijst naar de jacht als elitair tijdverdrijf.Zou schoonheid in Ulpia Noviomagus samen gegaan zijn met afgunst ? Afgunst moet men zeker gekend hebben, dat blijkt uit de vondst van de vervloekingstablet.Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of de vervloekingstablet een relatie heeft met de nabij gelegen Romeinse tempels. Op dit, voor Nederland zeldzame, object wordt, met een achterstevoren geformuleerde bezwering in gespiegelde letters, een zekere Vitilia ‘naar de schimmen van de afgestorvenen daar’ verwezen. Wat zij gedaan heeft om dit over haar af te roepen, zullen we nooit weten.De Romeinse stad kende vanaf 160–170 na Chr, een periode van onrust, waarin de tempels en het badhuis werden verwoest. In de Merwedestraat zijn de jongste lagen en kuilen met verbrand leem geïnterpreteerd als de restanten van deze verwoestingen.De bewoning keert niet meer terug naar dit deel van de stad. Wel blijft het terrein nog enkele decennia in gebruik, getuige de gedocumenteerde afvalkuilen. Ulpia Noviomagus werd rond 260 na Chr. verlaten. Er ontwikkelde zich een vestingstad rond het Valkhof. In de Merwedestraat zijn geen sporen of vondsten aangetroffen die geassocieerd kunnen worden met de vestingstad. Het onderzoeksgebied lijkt eeuwenlang niet meer in gebruik te zijn, of hoogstens nog als bron voor bouwmaterialen voor de middeleeuwse stad. Later zal het terrein gebruikt zijn als weide- of akkerland, getuige de akkerlagen in het bovenste deel van het profiel. De oudste post-Romeinse sporen en akkerlagen in de Merwedestraat dateren uit de 15e tot 19e eeuw, met een zwaartepunt in de 17e, 18e en 19e eeuw. In de jaren ’20 van de 20e eeuw zijn de woonwijken in het Waterkwartier ontwikkeld en daarmee keerde na eeuwen de bewoning terug op de locatie waar ooit Ulpia Noviomagus was.

Date: 2016-10-12 (startdatum)

Date: 2016-11-02 (einddatum)

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zn8-j2jr
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zn8-j2jr
Provenance
Creator F.J. Heijting
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Archeologie Gemeente Nijmegen; J.T. van Gent (RAAP); J. van Hemert (Gemeente Nijmegen); J. Hendriks (Gemeente Nijmegen); M.C.M. Komen (Gemeente Nijmegen); S. Weiss-König (Museum Het Valkhof); Gemeente Nijmegen
Publication Year 2019
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Archeologie Gemeente Nijmegen (Gemeente Nijmegen)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/csv; text/xml; image/jpeg; audio/midi; application/vnd.mif; text/comma-separated-values
Size 973838; 46861174; 2382; 3725; 13317; 12089; 1432; 589518; 48766; 607; 45340; 17767; 23845; 308; 3694890; 1020923; 976295; 1359538; 3353176; 3741201; 983346; 441268; 123586; 130652; 1892485; 1232171; 1172306; 1690172; 79788356; 1397793; 607725; 2198605; 133289; 110997; 79970; 122247; 514001; 4108419; 1870439; 2902336; 67743297; 842656; 955576; 788952; 3176317; 122440; 80145; 86708; 3609391; 3386393; 1538518; 4099524; 1823403; 90497639; 124409; 2919680; 433087; 666949; 106697; 141252; 91482038; 1030230; 735619; 945246; 1160877; 2380766; 1629865; 67420086; 488942; 508267; 2755499; 2991696; 139133; 949843; 964919; 544594; 703391; 2315702; 76653; 230723; 1817342; 70151; 2991215; 600325; 655351; 683517; 2416382; 88863; 827362; 828637; 5524165; 1217163; 3764468; 1036995; 80583; 160807; 906057; 2048676; 99824; 473297; 1167197; 468645; 353146; 79584; 75490; 3236167; 5746765; 673214; 1060688; 495161; 1376585; 497331; 106841; 131459; 1199521; 92641; 1606827; 1729484; 230882; 2692828; 736823; 502216; 557879; 796119; 885432; 852605; 1172446; 466631; 515244; 246; 1446; 571510; 1706; 2663; 5612; 5294; 1172007; 195; 556; 220; 4806; 1135; 16455; 3626875; 3630424; 3730638; 3686243; 3664320; 3761742; 3660056; 3668589; 3639673; 3705125; 3722172; 6273986; 3679249; 3698264; 3698666; 3644722; 3665722; 3689576; 3736174; 3695336; 6533400; 6490462; 3710247; 3755129; 6381428; 6503525; 3681760; 3752016; 3681732; 3693777; 3725752; 3739464; 6678321; 3673567; 3683768; 3659405; 3762736; 3671465; 3657139; 3621055; 3647367; 3682444; 3685945; 3727534; 3663967; 6390447; 3677331; 3676608; 3673552; 3753887; 3652958; 3637010; 3681526; 3710600; 3638865; 3614969; 3706483; 3759460; 3729589; 3682657; 3760996; 3656553; 3685867; 3663887; 7219598; 3669393; 3681220; 3732250; 3699000; 3745790; 3646147; 3612762; 3702925; 3768565; 3777157; 3637811; 3763879; 3674888; 3686634; 3692143; 3656697; 3637216; 3644573; 3669835; 3675558; 3710094; 3650574; 3701591; 3651234; 3636147; 3657370; 3642665; 3782559; 3648146; 3632468; 3635679; 7169004; 7189516; 3647799; 3651089; 3643833; 3661449; 7519667; 3666618; 3650814; 3713896; 3713953; 3691351; 3662155; 3703791; 3675598; 6931766; 3652965; 3730461; 3652197; 3707721; 3709127; 3610133; 3713698; 3611029; 3762220; 3662797; 3753093; 3639511; 3709886; 3763039; 3743651; 3642744; 3737567; 3638237; 3674225; 3690265; 3646420; 6585575; 3733336; 6533563; 6444250; 6616999; 3713596; 3732005; 6571335; 3648011; 3684151; 3683034; 3651491; 6373271; 6506578; 3699385; 3694106; 3744426; 3689050; 3647335; 7277908; 3662227; 7565311; 7679069; 6919916; 7117195; 5736938; 7019682; 7025791; 575; 4194; 488843; 32787; 80892; 12399; 13341; 8250; 360; 817334; 3007481; 485; 1916; 396; 3378; 4976; 897; 1410; 457; 3440; 824; 3382; 1239; 4480; 213; 950; 228; 634; 1712; 1350; 432; 978; 1102; 7378; 4941; 230; 745; 29313; 10167; 298; 292; 661; 496; 937; 12104; 412; 1927; 2258; 508; 520; 1655; 11326; 2771; 3110; 797; 395; 5562; 1583; 429; 5405; 1635; 407; 670; 476; 180; 612; 5851; 5850; 830; 235; 2434; 1204; 899; 7384; 7383; 165; 1008; 238; 229; 10496; 586; 504; 1062; 1081; 1714; 2955; 18055; 6026; 29800; 3376; 10285; 3177; 10850; 42709; 5441; 482; 1421; 25310; 1701; 34222; 21310; 47504; 2660; 45664; 27130
Version 2.0
Discipline Humanities