Aanvullend Archeologisch Onderzoek op terrein 9 te Houten-Loerik, gemeente Houten (U.).

DOI

In opdracht van Rotij Projecten BV is van 22 juli tot 8 augustus 2002 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in Houten-Loerik.Het plangebied staat archeologisch bekend als CMA terrein 39A-009, kortweg terrein 9. De verwachting is dat zich hier sporen bevinden uit de periode IJzertijd/ Romeinse Tijd en Late Middeleeuwen. Waarschijnlijk is er een directe relatie met de nabijgelegen vindplaatsen 6 t/m 8, 21, 22, 126 en A46 t/m A49. Aangezien de woningbouw een directe bedreiging vormt voor het archeologische bodemarchief, is er besloten om het terrein door middel van enkele proefsleuven te onderzoeken.Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek kan bepaald worden of een vervolgonderzoek noodzakelijk is. Het proefsleuvenonderzoek, of Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO), is uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv).Conclusie:Tijdens het AAO zijn sporen en vondsten aangetroffen die op bewoning van het gebied wijzen. Er zijn drie bewoningsperioden te onderscheiden; Late IJzertijd/Romeinse Tijd, Vroege Middeleeuwen en Late Middeleeuwen. Omdat het aardewerk niet tot in detail is bekeken, is in dit stadium van het onderzoek niet te zeggen of er continu bewoning heeft plaatsgevonden op dit terrein. De metaalvondsten wijzen op een bewoningshiaat tussen de 2e en de 6e eeuw n. Chr. Het oostelijke deel van het terrein is tot een diepte van 60 – 70 cm verstoord. Het westelijke deel is minder diep verstoord, ongeveer tot 40 cm onder het maaiveld.De vondsten op terrein 9 geven een beeld van een sterk geromaniseerde nederzetting, zoals die meer bekend zijn in Houten. Het voorkomen van militaria, zoals een munt en een hanger, die mogelijk bij paardentuig hoort, wijzen op contacten met soldaten. De kringgreppel die in WP 5 is aangesneden betreft mogelijk een grafmonument uit deze periode.Hoewel er weinig sporen zijn die eenduidig uit de VroegeMiddeleeuwen stammen, wijzen de aangetroffen sporen en vondsten erop dat het terrein in deze periode bewoond was.Doordat in de Late Middeleeuwen op dezelfde locatie intensieve bewoning heeft plaatsgevonden is het beeld van de Vroege Middeleeuwen vertroebeld.Er is een aanzienlijke hoeveelheid vondstmateriaal tijdens het proefsleuvenonderzoek gevonden. Het betreft o.a. aardewerk, bot, metaal en steen. De conservering van de verschillende vondstcategorieen is goed.De geplande huizenbouw zou betekenen dat een schat aan informatie over de bewoningsgeschiedenis van dit gebied verloren zou gaan. Aangezien behoud van de vindplaats in situ niet mogelijk is, is het wenselijk om een groot aaneengesloten gebied door middel van een opgraving te onderzoeken. Dit onderzoek kan zich met name richten op de omvang van de nederzetting en het vervolg van de gevonden geul. Ook de mogelijke aanwezigheid van een grafveld uit de Romeinse Tijd verdientnog nader onderzoek.

Date: 2002

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xn7-kq6g
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xn7-kq6g
Provenance
Creator Hielkema, J.B.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2011
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 1271885; 8260; 8199; 820; 9865
Version 1.0
Discipline Humanities