Archeologische restenHet onderzoek heeft in het geheel geen (aanleg)vondsten opgeleverd. De enige grondsporen die zijn aangetroffen, bevinden zich op de kruising van de proefsleuven 3 en 6. Het gaat om vijf paalkuilen met een diepte tussen de 5 en 25 cm. De grijze tot iets blauwgrijze kleur van de sporen wijst, samen met het formaat, op een datering in de IJzertijd of de Romeinse tijd. Vier sporen vormen een rechthoek van ca. 2.8 bij 1.5 m en zijn te interpreteren als de overblijfselen van een spieker. Spiekers zijn kleine bijgebouwen met een verhoogde vloer, bedoeld om vocht en ongedierte weg te houden van de opgeslagen oogstproducten.De betrekkelijk geringe diepte van de meeste sporen wijst op een matige conservering. Omdat in sleuf 5 geen verdere grondsporen zijn aangetroffen en het vlak van werkput 6 al weer meer verstoord raakte, had en heeft het geen zin in de omgeving verder onderzoek uit te voeren (zie onder).
Date: 02-10-2006 (aanvang onderzoek)