Uit het bureauonderzoek is gebleken dat de oostzijde van het tracé diverse getij-inversieruggen en archeologische terreinen doorsnijdt. De terreinen omvatten bronstijdnederzettingen en de historische kern van Hoogkarspel. Ook grenzend aan het gehele tracé zijn diverse AMKterreinen geregistreerd. Voor het westelijk deel betreft het hoofdzakelijk historische dorpskernen daterend uit de Late-Middeleeuwen/Nieuwe Tijd. Voor het oostelijk deel van het plangebied betreft het voornamelijk grafheuvels en nederzettingsresten uit de Bronstijd. In het westelijk deel van het tracé kunnen archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd worden aangetroffen. In de diepere ondergrond, op plaatselijke zandopduikingen en –ruggen, kunnen mogelijk laat-neolithische nederzettingen worden aangetroffen. In het oostelijk deel kunnen op de in de ondergrond aanwezige kreekruggen resten uit de Bronstijd en de Late Middeleeuwen worden aangetroffen. Tevens kunnen indicatoren uit de Nieuwe Tijd worden verwacht. Mogelijk kunnen ook sporen uit het Late Neolithicum en de Vroege Middeleeuwen aanwezig zijn.Uit het veldonderzoek is gebleken dat voor de westzijde van het tracé geldt dat de bodem van west naar oost steeds zwaarder wordt. Ten noorden en oosten van Heerhugowaard, bestaat de ondergrond hoofdzakelijk uit zand en lichte zavel. Tussen Obdam en Spierdijk bestaat de bodem voornamelijk uit lichte en matig lichte zavel. Vanaf Spierdijk tot aan Scharwoude bevindt zich zware zavel en lichte klei.Aan de oostzijde is de bodem sterk wisselend aangetroffen, uiteenlopend van zand tot lichte klei. Aan de oostzijde van het tracé zijn diverse kreekruggen in de ondergrond aangetroffen. Veel van deze kreekruggen bevinden zich in de nabijheid van AMK-terreinen.