In opdracht van Everhage B.V. heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Liempdseweg te Boxtel.te voeren.Naar aanleiding van het bureauonderzoek werd binnen het plangebied een enkeerdgrond op een vlakte van ten dele verspoelde dekzand verwacht. Uit het inventariserend veldonderzoek bleek dat op een beekeerdgrond voorkomt met een dunne (circa 30 cm) bouwvoor. Beekeerdgronden waren vanwege de relatief lage ligging geen geschikte locaties voor een vestiging. In het plangebied zijn dan ook geen archeologische resten aangetroffen die duiden op bewoningssporen, maar ook geen resten die duiden op een tijdelijk kampement. De archeologische resten werden verwacht aan de basis van een Ah of Ap-horizont tot aan de top van de C-horizont.Derhalve is door de relatief lage ligging (roestvlekken) en het ontbreken van archeologische resten binnen een meter beneden maaiveld de kans klein dat archeologische waarden aanwezig zijn. Dit betekent dat door de voorgenomen ontwikkeling (ontgraving tot in de C-horizont) waarschijnlijk geen resten worden bedreigd. Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek adviseert BAAC bv dat een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.