Nieuwbouwlocatie. Eerst booronderzoek RAAP, daarna archeologisch onderzoeken door Bureau Archeologie en Monumenten gemeente Nijmegen.
In 2007 werd in opdracht van de gemeente Wijchen aan de Oosterweg een opgraving uitgevoerd. Hoewel eerder al vondsten uit het midden-neolithicum B gedaan waren in Wijchen, Ewijk en omgeving, kon hier voor het eerst een assemblage van de Vlaardingen-groep door middel van een reguliere opgraving worden onderzocht.
Door de vondsten in de context van eerdere waarnemingen en opgravingen in de gemeente Wijchen te beschouwen, blijkt het grote belang van het bodemarchief en het bijzondere karakter van vindplaatsen op (de flanken van) het grote rivierduincomplex. Opvallend is dat de midden-neolithische vondsten hier vooral werden aangetroffen in en rondom brandsporen, die als resten van ovens worden geinterpreteerd. Deze sporen bevatten opvallend genoeg ook materiaal van de laat-neolithische klokbekercultuur. De datering van de brandsporen is problematisch, omdat in Nederland en aangrenzende landen nog geen duidelijke sporen van ovens uit de midden- of laat-neolithicum zijn gevonden. Bovendien is een scherpe datering van een groot deel van het handgevormde prehistorische aardewerk gezien het fragmentische karakter niet mogelijk. Ook de sporen uit latere perioden laten zich niet eenvoudig duiden. Desondanks levert het onderzoek aan de Oosterweg bouwstenen aan voor de kennis van de bewoning in de regio en het gebruik van het landschap in de prehistorie door uitgebreide analyses van de verschillende vondstcategorieen: aardewerk, (vuur)steen, leem en de spaarzame zoologische en botanische resten.