Van 6 t/m 13 december 2010 is door het bureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC bv) in opdracht van Tauw B.V. een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd binnen het plangebied Vispassage Crèvevoeur te ‘s-Hertogenbosch. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande ontwikkeling van een vispassage ter bevordering van de vismigratie van de Maas naar de Dieze. Hierdoor kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden in de ondergrond verstoord worden. Het doel van het IVO-P is het inventariseren en begrenzen van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden op het terrein en het bepalen van de gaafheid en conservering van eventuele vindplaatsen en archeologische resten.Het onderzoeksgebied is gelegen in de Hoorzik stroomgordel die actief is geweest in de periode 2530-1475 voor Chr. (laat-neolithicum tot en met middenbronstijd). Het is niet mogelijk gebleken de loop van deze stroomgordel binnen het onderzoeksgebied te reconstrueren. De proefsleuven hebben wel een dekzandkop aangesneden.Er zijn vier vindplaatsen vastgesteld, waarvan er twee behoudenswaardig, namelijk: Vindplaats 1: Prehistorische sporen Deze vindplaats bestaat uit enkele sporen en vondsten die op de Hoorzik stroomgordel zijn aangetroffen en uit het (laat-)neolithicum en de (vroege) bronstijd dateren. Dit cluster is mogelijk te relateren aan neolithische en bronstijdvondsten die in de directe omgeving zijn aangetroffen. Vindplaats 3: Kleiwinning Het onderzoeksgebied is in gebruik genomen voor kleiwinning voor het fabriceren van baksteen in veldovens, die in de omgeving van Engelen en Bokhoven hebben gestaan, of voor bedijking. De datering van deze activiteit is niet bekend. Op basis van de stratigrafi e is wel duidelijk dat dit niet beperkt is gebleven tot één periode, maar in verschillende perioden moet hebben plaatsgevonden.Twee vindplaatsen zijn niet behoudenswaardig, namelijk: Vindplaats 2: Cultuurlaag uit de volle middeleeuwen Dit niveau bestaat uit kalkloze grijze siltige klei met veel mangaan en ijzer en fragmenten aardewerk uit de volle middeleeuwen en een enkel fragment prehistorisch aardewerk. Dit niveau heeft langere tijd aan het oppervlak gelegen. In de cultuurlaag zijn geen sporen aangetroffen die er op duiden dat het terrein ook daadwerkelijk bewoond is geweest. Mogelijk is de cultuurlaag eerder te interpreteren als een ophogingspakket of oude bouwvoor waarmee het terrein geschikt werd gemaakt en in gebruik werd genomen voor diverse landbouwactiviteiten.Vindplaats 4: greppels Drie van de vier greppelstructuren komen overeen met de perceelsgreppels die op de kadastrale kaart van 1832 staan weergegeven. De ouderdom van deze greppels is niet bekend. Twee van deze greppels zijn waarschijnlijk tot de jaren ’60 van de vorige eeuw in gebruik gebleven en in het kader van de ruilverkaveling gedempt.
Date: 2012-04