De Archeologische Begeleiding op deze vindplaats (ARM1) bood de gelegenheid tot het aanleggen van een profiel in het verlengde van het profiel dat in 2008 aan de overzijde van het perceel (ARM) was gedocumenteerd. Beide profielen tonen een overeenkomstig beeld van de bodemopbouw en de start van de gebruiksgeschiedenis in deel van de stad rond de Warmoesstraat.
De bovenzijde van de natuurlijke veenbodem had een glooiend verloop tussen 3,20 m ‐ NAP en 3,47 m ‐ NAP. Vóór 1350 heeft aan weerszijden van de steeg een ophoging plaatsgevonden met een mengsel van klei en veen tot 2 m – NAP (S 19). In deze laag was, parallel aan de straat een greppel (S 20) gegraven. Deze heeft waarschijnlijk gediend voor de afwatering vanaf de Warmoesstraat naar het
achterland en mogelijk tegelijkertijd als perceelsgrens. Deze sloten werden in de 14de eeuw stuk voor stuk gedempt en in plaats daarvan, of ernaast, kwamen stegen die de achterterreinen bereikbaar maakten. Aan beide zijden van de Oudezijds Armsteeg is toen vanaf 2 m ‐ NAP het terrein opgehoogd tot 1 m ‐ NAP, waarna nog diverse kleinschaliger ophogingen plaats hadden alvorens de eerste bebouwing verrees.
Op basis van historische bronnen bestaat het vermoeden dat de 14de‐eeuwse stadswal inclusief de bijbehorende Oudezijds Voorburgwal direct ten noorden van de Oudezijds Armsteeg zou zijn afgebogen. De grote overeenkomsten in bodemopbouw en periodisering en het ontbreken van sporen van een opgeworpen wallichaam of ingegraven gracht lijken deze optie uit te sluiten.
Het vondstcomplex van de beerput van Oudezijds Armsteeg 11 toont een gevarieerd spectrum aan aardewerksoorten. Chinees porselein, Nederlandse faience en Engels industrieel aardewerk hebben een vrijwel evenredig aandeel in het vondstcomplex, terwijl roodbakkend aardewerk vergeleken met voorgaande perioden is geminimaliseerd. Deze bakselverhoudingen zijn typerend voor de tweede helft van de 18de eeuw, toen het Engelse, op grote schaal gemechaniseerd
geproduceerde aardewerk uit de regio van Staffordshire de Nederlandse markt overspoelde en in korte tijd enorm populair werd. De beerput bevatte één voorwerp dat zich onderscheidde van de groep alledaagse gebruiksvoorwerpen; een benen verrekijker, een instrument met een enigszins specialistische productie en daarmee hogere geldelijke waarde.