Twee houtmonsters (M1 en M2) van mogelijke brugpijlers zijn ingezet voor dendrochronologisch onderzoek, met als doel de ouderdom van het hout en het kapjaar van de boom zo nauwkeurig mogelijk te bepalen. De houten paal zijn aangetroffen in een archeologisch beschermde zone in Ver-Assebroek nabij Brugge waar BAAC Vlaanderen een opgraving heeft uitgevoerd in kader van natuurinrichting (BAAC nr. 2022-0380, vergunningnr. 2022H297).
Op basis van de toelichting van de opdrachtgever is het volgende bekend. De archeologische site bestaat uit circulaire grachten die deel uitmaakten van het kasteel van de Heren van Assebroek en behoort tot het type van ronde kastelen. Het kasteel werd vermoedelijk aangelegd in de 13e eeuw en bewoond in de 14e eeuw. Vanaf de 15e eeuw werd het kasteel verlaten. Het gevolg hiervan was dat de grachten verveenden. De site werd in de 19e en 20e eeuw genivelleerd en ingericht als hooiland. Bij het uitdiepen van de historische grachten (ca. 30cm) werden enkele houten palen aangetroffen in het archeologisch vlak. Aangezien in twee opeenvolgende grachten een concentratie houten palen zijn aangetroffen die in elkaars verlengde liggen, is het vermoeden dat er sprake is van twee bruggen. In eerder onderzoek, in kader van de bescherming van de site, werd al hout aangetroffen en gedateerd in de meest centrale gracht. Ook hier zijn de archeologen destijds uitgegaan van de resten van een brug.
M1 heeft minder dan 30 jaarringen en dus niet geschikt voor dendrochronologie. M2 telt tenminste 60-65 jaarringen met spintresten en is ondanks de ondergrens wel potentieel geschikt voor dendrochronologie. De dendrochronologische metingen van M2 resulteerde in meetreeks 24VA0010 met een lengte van 69 jaarringen waarvan 8 spinthoutringen en één incomplete spinthoutring. De wankant is niet waargenomen. Het kapjaar van de eik is te dateren met een kapinterval in 1349 – 1368.