Axel – Herinrichting Markt e.o. Gemeente Terneuzen.

DOI

Op basis van het archeologisch bureauonderzoek, waarbij de beschikbare archeologische, historische en geologische informatie werd geraadpleegd en geanalyseerd, is een archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied opgesteld. Uit het bureauonderzoek kan worden afgeleid dat in het plangebied direct onder de recente verstoringen (circa 0,45 meter beneden maaiveld) archeologische resten kunnen worden verwacht en dat deze verwachting hoog is, met name voor de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Deze resten worden dan verwacht in de antropogene ophooglagen en de eventueel aanwezige afzettingen van het Laagpakket van Walcheren. Bovendien kunnen ook eventuele resten uit oudere periodes worden aangetroffen, maar dan in en op het pleistocene dekzand, waar dit niveau intact aanwezig blijkt.Het gespecificeerde archeologisch verwachtingsmodel werd middels zes controleboringen tot een maximale diepte van 5,00 meter beneden maaiveld getoetst. Hierbij is vastgesteld dat aan de westzijde en de noordzijde van het plangebied, ter hoogte van de Weststraat en de Gentsevaartstraat, op een diepte vanaf 4,00 meter beneden maaiveld (1,58 meter +NAP) het pleistocene dekzand (Laagpakket van Wierden) nog aanwezig is. De top is echter door erosie van nabijgelegen geulen niet meer intact. In de overige delen van het plangebied werd het dekzand niet waargenomen in de boorprofielen. Het zal hier aan de top geheel zijn weggeërodeerd. Gelet op de erosie van de dekzandtop, vervalt de archeologische verwachting binnen het plangebied voor dit niveau geheel.In boringen 5 en 6 zijn de vulling en dempingslagen van de voormalige Gentse Vaart waargenomen. De aanwezigheid van kademuren- of andere kadewerken werden hier niet vastgesteld. In boringen 1,2 en 3 werden een cultuurlaag waargenomen op geulafzettingen van het Laagpakket van Walcheren en op ophogingen van zand en klei met veel zelas. Deze is gelegen op een diepte tussen 0,45 en maximaal 1,60 meter beneden maaiveld. In boring 2 kon deze laag aan de hand van aardewerk gedateerd worden in de Late Middeleeuwen tot begin van de Nieuwe Tijd. Hierbij moet worden opgemerkt dat met het aantreffen van een cultuurlaag nog geen vindplaatsen zijn vastgesteld. De indicatoren in boring 2 (aardewerk, puinbrokken, ijzerslakken en visresten) geven echter wel sterke aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats. Daar komt bij dat op de locatie van deze boring op de 16de-eeuwse kaart van Jacob van Deventer een bouwblok is aangegeven. Boring 4 werd gestuit op massief baksteen (0,75 meter beneden maaiveld). Gelet op de plaats van deze boring, gaat het mogelijk om resten van het betreffende bouwblok. Deze vaststellingen maken dat voor dit niveau (Laagpakket van Walcheren), de hoge verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd gehandhaafd blijft.Op basis van de resultaten van het booronderzoek kan gesteld worden dat in het deel van het plangebied aan de Weststraat en de Gentsevaartstraat een cultuurlaag aanwezig is. Op basis van de cartografische bronnen zijn er echter geen aanwijzingen dat de rooilijnen hier vanaf de 16de eeuw veranderd zijn. Bewoningssporen of bebouwing worden hier dan ook niet verwacht. Dit geldt eveneens voor de oostzijde van het plangebied, waar de gedempte Gentse Vaart is gelegen. In de boringen zijn geen aanwijzingen aangetroffen dat kadewerken van de voormalige Gentse Vaart op ondiep niveau aanwezig zijn. Maar dit kan ook niet worden uitgesloten, omdat boringen een lokaal en beeld ophangen van de bodemopbouw en derhalve indicatief zijn. Voor deze delen van het plangebied, meer bepaald de delen die als straat worden gebruikt, geldt tevens dat door de aanleg van veel kabels en leidingen er plaatselijk sprake zal zijn van ondiepe bodemverstoringen. Door aanleg van riolering zullen diepere verstoringen zijn veroorzaakt.Tot slot worden, op basis van cartografische bronnen, in het zuidelijke deel van het plangebied ook resten van vestingwerken verwacht. Het betreft hier delen van de wal en de vestinggracht die op het einde van de 16de eeuw door opeenvolgend de Spaanse en de Staatse legers zijn aangelegd (zie Afbeelding 15). Op het kruispunt van de Zeestraat met de Kaaiwal is een sortie gemaakt in de courtine. In deze sortie is de Waterpoort gebouwd. Deze vestingwerken werden in de 19de eeuw deels geslecht, maar het is niet bekend hoe intensief deze sloopwerkzaamheden zijn uitgevoerd. Ter plaatse van de Groenvoorziening is nog een deel van de gedempte gracht aanwezig, samen met een talud: een restant van de vroegere wal. Op het kruispunt van de Zeestraat met de Kaaiwal worden bovendien ondergrondse resten van de Waterpoort kunnen verwacht.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zdf-e6kb
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zdf-e6kb
Provenance
Creator G.P.A. Besuijen; F.G.R. D'hondt
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor J.E.M. Wattenberghe; Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact J.E.M. Wattenberghe (Artefact)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 13661958; 13404; 11187; 899; 11985
Version 1.0
Discipline Humanities