Archeologisch booronderzoek Woningbouwproject De Muinck

DOI

Erfgoed Utrecht heeft op 27 maart 2020 een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase) uitgevoerd aan de J.M. De Muinck Keizerlaan / Elsenburglaan te Utrecht. In het plangebied wordt de bestaande bebouwing gesloopt en de nieuwbouw komt grotendeels op dezelfde plaats terug. Het plangebied beslaat in totaal circa 1200 m2. Volgens de archeologische waardenkaart van de gemeente Utrecht ligt het plangebied in een zone met een hoge archeologische waarde. Conform de verwachtingskaart geldt voor deze waarde dat voor bodemingrepen groter dan 50 m2 en dieper dan 0,5 m onder maaiveld een archeologisch vooronderzoek en/of een archeologievergunning nodig is.Archeologische onderzoeken in de directe omgeving wijzen uit dat in het gebied rondom het Queeckhovenplein een recente ophogingslaag aanwezig is van 0,4 tot 0,6 meter dikte en het hoogste sporenvlak op ca. 0,7 tot 0,8 m +NAP ligt.Binnen het huidige plangebied worden op dit niveau met name sporen uit de vroege middeleeuwen verwacht.Op de bouwtekeningen van de huidige bebouwing blijkt dat de fundering tot 0,7 meter onder maaiveld is ingegraven. Bij het graven van proefputjes in 2020 werd dit beeld bevestigd. Het is niet bekend of ook de rest van het terrein, en dan met name onder de bebouwing, in het verleden tot op deze diepte is verstoord of dat het terrein voorafgaand aan de bouw is opgehoogd. Om de dikte van de eventuele ophogingslaag en de diepteligging van het archeologische niveau in kaart te brengen, is een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd (verkennende fase).Uit het booronderzoek blijkt dat onder het vloerniveau van de voormalige winkelpanden een kruipruimte aanwezig is van 0,8 tot 1,1 meter diepte (tot 0,7 – 0,53 meter +NAP). Onder het huidige vloerniveau en de kruipruimte ligt nog tot zeker 1,2 tot 1,5 meter ophogingszand. Slechts bij één van de vier boringen is een natuurlijke bodemopbouw aangetroffen. Vanaf 1,5 meter onder vloerniveau (0,15 meter +NAP) is een dunne laag zandige klei (mogelijk oeverafzettingen) met daaronder beddingzand aangetroffen. Dat betekent dat het archeologisch sporenniveau dat in de directe omgeving op 0,7-0,8 meter +NAP ligt, niet meer aanwezig is. Het is wel mogelijk dat nog enkele houten palen in het beddingzand aanwezig zijn. De archeologische informatie van een dergelijke houten paal is echter grotendeels verloren gegaan omdat het sporenvlak (en dus de context van de paal) niet meer aanwezig is in het plangebied.Op basis van de resultaten van het booronderzoek is het advies om het plangebied vrij te geven voor de bouw van de nieuwe woningen. De kans op het aantreffen van archeologische resten wordt laag ingeschat aangezien het sporenniveau niet meer aanwezig is. De gemeente Utrecht heeft aangegeven dit selectieadvies over te nemen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zrr-gfmk
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zrr-gfmk
Provenance
Creator M.H. Arkema
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.H. Arkema
Publication Year 2020
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact M.H. Arkema (Gemeente Utrecht)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 7376; 7543; 856; 2311261; 4359
Version 1.0
Discipline Humanities