Een Romeins grafveld in Broodkorf-Noord Proefsleuvenonderzoek op vindplaatsen 64, 117 en 118 in Koudenhoek, te Lent – gemeente Nijmegen

In opdracht van de Gemeente Nijmegen heeft Bureau Archeologie en Bodemkwaliteit van de gemeente Nijmegen (BABN) in maart 2019 een proefsleuvenonderzoek in het plangebied Broodkorf-Noord te Lent, gemeente Nijmegen. In het plangebied worden op termijn woningen gerealiseerd en zal tot die tijd een tijdelijk gronddepot worden aangelegd. Bij de daarbij behorende aan- en afvoer van grond en de daaropvolgende graafwerkzaamheden voor de aanleg en bouw van de nieuwe woonwijk zal de bodem worden verstoord ondanks de voorziene algemene ophoging van het maaiveld in het plangebied. Hierdoor zullen eventueel aanwezige archeologische resten van de archeologische vindplaatsen 64, 117 en 118 mogelijk verloren gaan. De intentie is echter om deze drie vindplaatsen in situ te behouden, en daardoor is het van belang dat hun waarde, omvang en diepteligging bekend is.

De oostelijke helft van vindplaats 64 is onderzocht met proefsleuven en zal voornamelijk binnen het huidig onderzoeksgebied liggen. Het betreft nederzettingssporen met een onbekende datering. Vindplaats 117 omvat een grafveld uit de Romeinse tijd, dat zich in zuidelijke richting lijkt voort te zetten binnen het plangebied Broodkorf. Vindplaats 118 is een prehistorisch pad van (gebroken) kiezelstenen langs een geul.

Doel van het proefsleuvenonderzoek is allereerst het toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting en, indien nodig, het aanvullen of wijzigen daarvan. Dit geschiedt door het vaststellen van de aanwezigheid van archeologische sporen en vondsten en, wanneer die aanwezig zijn, het bepalen van hun inhoudelijke en fysieke kwaliteit. Tevens heeft het onderzoek als doel een advies te formuleren over welke maatregelen dienen te worden getroffen in het plangebied in het kader van de gemeentelijke archeologische monumentenzorg, in het bijzonder om duurzaam behoud in situ te kunnen realiseren.

Het onderzoeksgebied bevindt zich geheel op resten van een meandergordel die actief was in de midden-bronstijd B. Dwars door het plangebied ligt een 75 meter brede min of meer noordoost-zuidwest georiënteerde restgeul die aan het eind van die periode is gaan verlanden. Na ruim anderhalf millennium was de restgeul nog steeds zichtbaar als een opvallend element in het landschap waar langs op de hoger gelegen gronden in de Romeinse tijd een grafveld werd gevestigd: vindplaats 117.

Tijdens dit onderzoek zijn twee graven en een secundaire depositie aangetroffen. Tevens kon het grafveld nu in alle richtingen worden begrensd. Het lijkt een totaaloppervlak van tussen de ca. 3750 en 4250 m2 te hebben. Vondsten zijn in situ aangetroffen direct onder de bouwvoor op ca. 0,20-0,40 m ?mv (8,90-9,10 m +NAP). De sporen waren doorgaans pas zichtbaar vanaf de top van het ongeroerde oeverdek op ca. 0,40-0,50 m ?mv (8,80-8,90 m +NAP). De graven zijn voorzien van grafgiften, waaronder een relatief bijzonder scheermes en een simpulum (scheplepel). Het lijkt op zowel een mannelijk als een vrouwelijk individu te gaan, beiden tussen de 20-40 jaar oud. De resten dateren uit de 1e eeuw na Chr., maar het aardewerk en de 14C-dateringen van alle onderzoeken samengenomen lijken (vooralsnog) te wijzen op een datering in het laatste kwart van de 1e eeuw.

Op het nu onderzochte perceel van vindplaats 64 zijn geen archeologische resten aangetroffen. De vindplaats loopt niet door binnen dit perceel; de eventueel ooit aanwezige resten zijn waarschijnlijk niet meer bewaard gebleven door de ontgronding van het terrein. Het aspect archeologie legt hier geen belemmeringen op voor de beoogde ontwikkeling van het terrein. Voor het deel van vindplaats 64 dat ten tijde van het veldonderzoek niet toegankelijk was, geldt dat hier nog steeds een kans bestaat op archeologische resten en dat dit deel nog nader onderzocht dient te worden.

Op vindplaatsen 64 en 118 zijn geen archeologische sporen meer aangetroffen. Als op de eerste vindplaats ooit archeologische resten aanwezig waren zijn deze niet meer bewaard gebleven doordat het terrein ontgrond is. Op vindplaats 118 zijn geen relevante archeologische resten meer aangetroffen, ondanks dat de conserveringsomstandigheden goed waren. Een eventueel steenpad zal bij de restgeul zijn geëindigd of afgebogen.

Vindplaats 117 betreft een behoudenswaardige vindplaats. Voor deze locatie (fig. 10.1) adviseert BABN in situ behoud en in het geheel geen bodemingrepen (0 m ?mv) toe te passen. Voor duurzaam behoud van de vindplaatsen zijn maatregelen nodig in de vorm van fysieke bescherming en door beleid en wet- en regelgeving. Het ophogen van het terrein kan daar onderdeel van zijn. Daarnaast dient monitoring van de archeologische resten plaats te vinden. Indien planaanpassing niet mogelijk of wenselijk is en bodemingrepen toch noodzakelijk zijn, wordt geadviseerd de vindplaats ex situ veilig te stellen door middel van een opgraving. Het gaat hierbij in ieder geval om het grafveld met inbegrip van de noordelijke oeverzone van de restgeul. Voor eventueel vervolgonderzoek is in het laatste hoofdstuk een advies opgenomen omtrent de globale onderzoeksopzet.

Buiten de vindplaatsen is nog groot deel van het 'onderzoeksgebied', waar feitelijk geen nieuwe inzichten voor zijn verkregen. Er is ervoor gekozen de proefsleuven te concentreren op en rond bekende archeologische resten. Het is daarom hoogst onzeker of zich op de niet-onderzochte delen van het gebied nog behoudenswaardige archeologische resten bevinden. Dit brengt een zeker risico met zich mee voor de eventueel aanwezige archeologische resten, maar ook voor de ontwikkeling van het gebied, aangezien de uitvoerder wel gehouden blijft aan de meldingsplicht bij zogenaamde 'toevalsvondsten' (zie ook paragraaf 10.5). Er wordt dan ook nadrukkelijk geadviseerd hier rekening mee te houden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zec-krcj
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-0o-eh0j
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:234141
Provenance
Creator van de Geer, P.
Publisher gemeente Nijmegen
Contributor van Amerongen, Y.F.; Damen, H.; van Hemert, J.; Hendriks, J.; Heunks, E.; Komen, M.C.M.; Reijnen, F.; Smits, E.; Nijmegen, GEMEENTE; gemeente Nijmegen (gemeente Nijmegen)
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; image/tiff; .jpg; .mid / .mif; .csv
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.856 LON, 51.870 LAT); Broodkorf/Koudenhoek; Nijmegen-Lent; Nijmegen; Gelderland