Spijkse Kweldijk, Spijk Gemeente Lingewaal

DOI

In april 2010 is een Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) karterende fase door middel van boringen uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van een plangebied aan de Spijkse Kweldijk te Spijk.Gezien de ligging van het plangebied op rivierkom en oeverwalachtige vlakte, behorende bij de Linge heeft het plangebied een hoge verwachting voor archeologische resten vanaf de Late IJzertijd of Romeinse tijd. Ter plekke komt een poldervaaggrond voor. Uit historisch onderzoek is gebleken dat het plangebied in de afgelopen twee eeuwen dienst heeft gedaan als landbouwgrond en de bebouwing ter plaatse uit de laatste decennia stamt. Uit het booronderzoek blijkt dat het plangebied deels op een oeverwal van de Linge, deels op een komgebied achter de oeverwal ligt. Deze geomorfologische eenheden behoren bij een oudere loop van de Linge. Hier is in de Middeleeuwen een laag komklei over neergelegd. Op de oeverwal was menselijke bewoning mogelijk in de Late IJzertijd en de Romeinse tijd, op de komklei vanaf de Late Middeleeuwen.Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt geconstateerd dat er een grote kans is dat eventueel aanwezige archeologische resten verstoord zullen worden. Daarom adviseren wij archeologische vervolgmaatregelen te nemen. Deze kunnen bestaan uit bijvoorbeeld archeologisch vervolgonderzoek, bijvoorbeeld in de vorm van een proefsleuvenonderzoek, om het wetenschappelijk en maatschappelijk belang van de betreffende archeologische waarden vast te stellen. Daarnaast bestaan ook de mogelijkheden van planaanpassing en/of technische aanpassingen. De precieze aard van eventuele te treffen vervolgmaatregelen wordt bepaald door het bevoegd gezag, in deze de Regioarcheoloog van de Regio Rivierenland, de Regioarcheoloog Rivierenland, dhr. Van Oort, adviseur namens de bevoegde overheid.Bevoegd Gezag: RAAP is van mening dat het uitgevoerde booronderzoek voldoet aan de in de KNA 3.1 gestelde eisen voor karterend booronderzoek. Aangezien er tijdens dit onderzoek geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen ziet RAAP dan ook geen reden om het plangebied nader te onderzoeken. Het advies zoals dat is geformuleerd door RAAP wordt overgenomen door de regioarcheoloog. Er is geen reden om het plangebied nader archeologisch te laten onderzoeken. Ten aanzien van de archeologie kan het gebied worden vrijgegeven.

B&G rapport 941

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xnt-zgp6
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xnt-zgp6
Provenance
Creator Engel, H.W.D. van den; Kramer, J. de
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor K. Snijder; Becker en van de Graaf
Publication Year 2011
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact K. Snijder (Becker & van de Graaf)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 6470; 6761; 958; 4536; 1511161
Version 1.0
Discipline Humanities