Aan de Breeweg 5 te Schipluiden in de gemeente Midden-Delfland wordt de huidige woning gesloopt en vervangen door een nieuwe woning. De funderingen van de huidige woning zullen ter plaatse worden verwijderd. Deze zullen naar verwachting op circa 0,75 m -mv liggen. De omvang van de nieuwe woning is circa 236 m2 en deze zal gefundeerd worden op palen en funderingsbalken. De funderingsbalken van de nieuwe woning zullen de bodem tot maximaal 0,4m –mv verstoren. Ook wordt er een kelder aangelegd met een omvang van 8 m2, waarbij de bodem tot maximaal 2,50 m –mv verstoord zal worden. Archeologie Delft heeft van dhr. Van Adrichem de opdracht gekregen om door middel van een bureauonderzoek een archeologische verwachting voor het plangebied op te stellen en deze te toetsen door middel van een verkennend booronderzoek.
Op basis van de geologische ondergrond in het plangebied, voorgaand archeologisch onderzoek en bekende historische gegevens uit de directe omgeving, geldt er voor het plangebied een lage verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen uit de Vroege en Midden IJzertijd. Deze archeologische resten kunnen bestaan uit een nederzettingsterrein met vondsmateriaal zoals aardewerk, houtskool en bot. Er geldt een middelhoge verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen uit de IJzertijd en Romeinse tijd. Deze archeologische resten kunnen bestaan uit een nederzettingsterrein met vondsmateriaal zoals aardewerk, houtskool en bot. Tevens geldt er een hoge verwachting voor het aantreffen van archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Deze resten kunnen bestaan uit fundamenten en begravingen die zijn te relateren aan de kapel en latere school die deels in het plangebied heeft gestaan.
Uit het booronderzoek is gebleken dat er aanwijzingen zijn voor ten minste één archeologische vindplaats in het plangebied. Deze bestaat uit een cultuurlaag van 0,6-1 m dik met houtspikkels, bouwpuin en een pijpensteeltje vanaf 0,4 m –mv. Deze laag kan globaal in de Late Middeleeuwen – Nieuwe tijd worden gedateerd op basis van het vondstmateriaal. Vermoedelijk kan deze laag gerelateerd worden aan de kapel en latere school. Daarnaast kan de middelhoge verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen uit de IJzertijd en Romeinse tijd worden bijgesteld naar laag. Eventuele vindplaatsen uit deze periodes kunnen niet worden uitgesloten, maar zijn waarschijnlijk opgeruimd door bewoning in de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd.
Er wordt geadviseerd om de ondergrondse sloop extensief archeologisch te begeleiden en de aanleg van de kelder archeologisch te begeleiden, onder protocool opgraven. Het doel van dit karterend en waarderend onderzoek is het bepalen van de datering, aard, omvang en conservering van de vindplaats.
