Als de dag van gisteren herinnert hij zich het bombardement op Rotterdam. Op de arm van zijn moeder zag hij de stad branden. Op zijn veertiende begon hij met het werken bij een machinefabriek. Asjes frezen. 48 uur per week. Later ging hij werken bij de onderaannemers en hielp met het slopen van het Maasstation. 'Werk maakt ons sterk, zongen we'. Toen hij 18, 19 jaar was, verdiende hij meer dan zijn vader. Dat besteede hij vooral aan het gezin, aan een eerste stofzuiger, eigen wasmachine en een Solex. Maar ook aan uitgaan, naar de Oasebar. De wederopbouwtijd noemt hij de mooiste tijd van zijn leven. De betrokkenheid en saamhorigheid was groot.Dit interview maakt onderdeel uit van het project Ziel van de Wederopbouw, wat in 2016 is ondernomen door Stichting Verhalenhuis Belvédère. In deze collectie zijn 86 levensverhalen van Rotterdammers van verschillende generaties, afkomsten en culturen opgenomen, allemaal met als centraal thema de Wederopbouw in de brede zin.