Oosteinde 2-3, Wijngaarden (gemeente Molenwaard)

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in november 2016 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Oosteinde 2-3 in Wijngaarden. De aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen splitsing van het huidige bedrijfsperceel in twee percelen met woonbestemming en bedrijfsbestemming. Twee bestaande bedrijfswoningen in het oosten van het plangebied zullen worden samengevoegd tot één burgerwoning en een nieuwe vrijstaande bedrijfswoning zal in het zuidwesten van het plangebied gebouwd worden. De huidige schuur in het midden van het plangebied zal gesloopt worden.Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde verwachting opgesteld. Hieruit volgt dat in de diepere ondergrond beddingafzettingen van de Schoonrewoerdse meandergordel aanwezig zijn. Op grond van de vormingsgeschiedenis kunnen in de top, die zich naar verwachting op 2 m – mv bevindt, archeologische resten uit de periode Neolithicum – Bronstijd worden verwacht. Op grond van de vernatting van het gebied en grootschalige veenvorming, waarbij ook de Schoonrewoerdse meandergordel met veen overgroeid raakte, worden geen resten uit de periode IJzertijd – Vroege Middeleeuwen verwacht.In de 12e of 13e eeuw werd het veengebied op grote schaal ontgonnen, waarbij de Achterwetering als ontginningsas fungeerde. Hierlangs ontstond een bewoningslint waar het plangebied deel van uit maakt. Als gevolg van wateroverlast werden de erven in het midden van de 13e eeuw opgehoogd en ontstond een reeks woonheuvels. Eén hiervan bevindt zich in het oostelijk deel van het plangebied. Dit komt overeen met het 19e-eeuwse kaartmateriaal, waarop ter plaatse van de woonheuvel bebouwing staat weergegeven. Deze woonheuvels bestaan uit opgebrachte lagen met daarin vondstmateriaal uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd, zoals bouwmateriaal, dierlijk bot en fragmenten van gebruiksvoorwerpen. Direct onder deze laag kunnen sporen van afvalkuilen, sloten en bewoning zoals muurresten, resten van vloeren en uitbraaksleuven verwacht worden.Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is een pakket bosveen aangetroffen, afgewisseld met lagen komklei. In één boring in op 160 cm –mv beddingzand aangetroffen, echter zonder sporen van bodemvorming of ontkalking. In de helft van de boringen is een pakket crevasseafzettingen op het veen aangetroffen. De bodem is omgewerkt tot een diepte variërend van 20 tot 110 cm –mv. Op basis hiervan kan de verwachting naar beneden bijgesteld worden. De resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn deels verstoord vanwege de huidige bebouwing. Voor resten uit het Neolithicum en de Bronstijd, die in de top van de beddingafzettingen verwacht werden, geldt op basis van het booronderzoek een lage verwachting. Het ontbreken van een humeuze of ontkalkte top wijst namelijk op een snelle overdekking met veen. In het oostelijke perceel bevindt zich een ophoging die te relateren is aan de laatmiddeleeuwse woonheuvel. Op deze locatie zal echter alleen een schuur bovengronds gesloopt worden.

Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xqb-eeyw
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xqb-eeyw
Provenance
Creator J. Holl
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.G. Nieuwenhuijsen; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.G. Nieuwenhuijsen (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 7294; 6797; 1018; 4468; 2019150
Version 1.0
Discipline Humanities