ADC ArcheoProjecten heeft in juli 2019 een beknopte bureaustudie en een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd voor de locatie Tuindersweg 1 te Vierpolders, gemeente Brielle. Aanleiding is de voorgenomen aanleg van een warmtebron ten behoeve van het Aardwarmtenetwerk Vierpolders waarbij de bodem zal worden ontgraven tot een diepte van 200 cm –mv. Aangezien de bodem over een oppervlakte van meer dan 250 m2 en dieper dan 50 cm zal worden ontgraven, is volgens de gemeentelijke regelgeving archeologisch onderzoek noodzakelijk. Op basis van de beknopte bureaustudie kunnen in het plangebied archeologische resten worden verwacht uit de IJzertijd en/of de Romeinse tijd, met name in het geval een intact veenpakket aanwezig is. Eventuele vindplaatsen uit de IJzertijd – Romeinse tijd zullen zich bevinden in de veraarde top van het veen of direct erboven en zullen waarschijnlijk zijn bedekt door getijdenafzettingen die zijn gevormd bij overstromingen vanaf 1100 na Chr. De verwachting voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd wordt laag geacht. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is vastgesteld dat de ondergrond van het plangebied tot tenminste 300 cm –mv uit rietzeggeveen (Hollandveen, Formatie van Nieuwkoop) bestaat. De top van het veen is niet veraard en bevindt zich op een diepte van 170 tot 280 cm –mv. Boven het veen bevindt zich een kalkrijk pakket kleiig zand en sterk zandige kalkrijke klei. Het pakket is onderin zandiger. Dit pakket wordt geïnterpreteerd als getijdenafzettingen van het Laagpakket van Walcheren (Formatie van Naaldwijk). Gelet op het zandige karakter zijn de afzettingen gevormd in of nabij een getijdengeul. Het betreft hier vermoedelijk afzettingen uit de periode vanaf 1100 na Chr. Volgens de oude benaming gaat het hier om Duinkerke III afzettingen. De bouwvoor bestaat uit een gemiddeld 40 cm dik pakket bruingrijs gekleurd, matig humeus, sterk zandige kalkrijke klei of kleiig zand met wortelresten. In de bouwvoor is de top van de getijdenafzettingen van het Laagpakket van Walcheren (Formatie van Naaldwijk) opgenomen. Volgens de oude terminologie gaat het hier om Duinkerke III afzettingen. Uit de boringen blijkt dat het plangebied lange tijd onderdeel is geweest van een veengebied. Dit veengebied is vermoedelijk ontstaan in de Bronstijd en waarschijnlijk aan het einde van de IJzertijd ontwatert en mogelijk in cultuur gebracht. Door overstromingen na de Romeinse tijd, in dit gebied vermoedelijk vooral in de Late Middeleeuwen, is het veengebied aan erosie onderhevig geweest. Hierdoor is de top van het veen geërodeerd en is er geen oud loopvlak meer aanwezig. De getijdenafzettingen die het veen bedekken, zijn gevormd in een drassig gebied dat regelmatig overstroomde. In deze afzettingen worden ook geen archeologische waarden verwacht.
Beknopte bureaustudie en Inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek