Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied in het dorp Ten Post ligt en deel uitmaakt van het Groningse wierdenlandschap, in het gebied Fivelingo. Op de geomorfologische kaart bevindt het plangebied zich in een gebied met een getij-inversierug. Dit zijn van oudsher geschikte plekken voor bewoning. Nabij het plangebied komt een restgeul van de Fivel voor. Bodemkundig gezien ligt het plangebied op een wierde. Op oude historische topografische kaarten is te zien dat er in de omgeving van het plangebied sinds de 13e eeuw meerdere borgen hebben gestaan, waaronder de borgen van “Tuwinga” en “Oldenhuis”. Het plangebied is in de eerste helft van de 19e eeuw in gebruik geweest als boomgaard. In het gebied is in het begin van de 19e eeuw bebouwing aanwezig. Vanaf 1910 is het plangebied steeds bebouwd geweest. Op grond van het bureauonderzoek geldt voor het plangebied een hoge verwachtingswaarde voor vindplaatsen uit de periode ijzertijd tot en met de nieuwe tijd.
In totaal zijn tijdens het veldonderzoek zes boringen verricht. De opbouw van het plangebied bestaat uit bouwvoor en een vergraven/verstoord pakket, met hieronder een archeologisch niveau (wierdelagen) op geul- en wadafzettingen. Daarnaast zijn onder de wierdelagen in boring 3 oever-achtige afzettingen (getij-inversierug) waargenomen. Tijdens het veldonderzoek is in de boringen 1, 2, 3, 4 en 5 een archeologisch niveau waargenomen met intacte wierdelagen. In deze lagen zijn zeer veel archeologische indicatoren aangetroffen. Dit betreffen fragmenten (baksteen)puin, houtskool, fosfaatvlekken, mortel en fragmenten aardewerk (waaronder fragmenten van kogelpotaardewerk, roodbakkend
geglazuurd aardewerk en zogenaamd terpaardewerk). Hiermee is er in het plangebied een hoge kans op behoudenswaardige archeologische waarden.