Uit het veldonderzoek blijkt dat het plangebied conform de verwachting op de flank van een
dekzandwelving ligt, waarbij zowel Jong als Oud Dekzand is aangetroffen. In de top van het Jong
Dekzand is sprake van een archeologisch relevant niveau, dat is aangetroffen vanaf een diepte van 25-
45 cm -Mv (11,4-12,0 m +NAP). Dit niveau bestaat uit een akker- en/of cultuurlaag. In boring 3 is in
deze laag op een diepte van 110 cm -Mv tevens sprake van een scherf aardewerk, dat waarschijnlijk in
de Romeinse tijd of de Vroege Middeleeuwen dateert. Daarom behoudt het plangebied een hoge
verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten uit het Neolithicum tot en met de Late
Middeleeuwen. Vanaf een diepte van 95-115 cm -Mv (10,6-11,2 m +NAP) is het Oud Dekzand
aangetroffen. Aangezien het ontbreekt aan intacte E- en B-horizonten in de top van het dekzand is wel
sprake van een lage verwachting op de aanwezigheid van intacte vondstconcentraties uit het LaatPaleolithicum B en het Mesolithicum.