Vanwege het voornemen van de eigenaar om de kelder te gebruiken als werkruimte met vloerverwarming is een vergunning aangevraagd vanwege de zeer hoge archeologische waarde van de bodem onder de keldervloer. Dit leidde tot een vergunning met de voorwaarde tot het laten verrichten van archeologisch onderzoek. Bij dat onderzoek kon worden vastgesteld dat het perceel Kolenstraat 8 zich op de zuidhelling bevindt van een hoge rivierduintop onder de Houtmarkt en Groenmarkt. De locatie lag tevens achter de voormalige omwalling van de ringwalburg uit de 9e eeuw. Alhoewel slechts de bovenste 30 cm is onderzocht zijn er ook aanwijzingen voor vroege bewoning ter plaatse. Een laat-Romeinse randscherf van een kan met oor wijst op bewoning in de 4e of 5e eeuw en scherven van Pingsdorfaardewerk uit de tijd tussen 900 en 1200 toen de ringwalburg nog functioneerde. In de 13e eeuw is het terrein opgehoogd en in de tweede helft van die eeuw zijn er sporen gevonden die wijzen op een houten gebouw met een bakstenen haard. Kort na 1300 werd een bakstenen huis gebouwd met een binnenmaat van 5,4 x 4 meter, opgetrokken in kloostermoppen in Vlaams verband. Het is onduidelijk of deze muren horen bij een oorspronkelijke kelder onder het huis of de funderingen zijn van een niet-onderkelderd huis. In elk geval werd de huidige omvang (lengte) van de kelder van 8 meter bereikt na een verbouwing in de 16e eeuw. Vanaf ca. 1500 is het pand Kolenstraat 8, samen met diverse panden er omheen en het hoofdhuis Groenmarkt 28 aangekocht door de adellijke familie Bushoff. Kolenstraat 8 werd vermoedelijk medio 16e eeuw verbouwd tot een fraai achterhuis met samengestelde balklaag en fraai gedecoreerde peerkraalsleutelstukken. De keldervloer bevatte stenen en trachieten bouwfragmenten van het oorspronkelijke middeleeuwse pand. Een spiltrap gaf oorspronkelijk toegang tot de kelder. In de kelder werd, vermoedelijk in de 18e eeuw, een grote ronde beerput aangelegd. Het houten ‘gemak’ dat er bij hoorde zat er vlak boven in de hoek van de kelder.