Aanvullend Archeologisch Onderzoek in het tracé van de Betuweroute (AAO 8)

DOI

In opdracht van de Nederlandse Spoorwegen/Railinfrabeheer (NS/RIB) heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB, Amersfoort) een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) uitgevoerd in de gemeente Geldermalsen. Object van het onderzoek was een terrein in de buurt van Deil, ten oosten van het viaduct van de Boutensteinseweg (Enspijk) over de A15 (toponiem: Eigenblok-Oost).Het onderzoeksgebied ligt in het tracé van de Betuweroute. Op dit terrein werd in opdracht van NS/RIB een archeologisch booronderzoek uitgevoerd door de Stichting RAAP (Amsterdam). Daarbij werden vondsten gedaan die duiden op de aanwezigheid van een woonplaats uit de Midden-Bronstijd (1800-1100 voor Chr.). Dit was de laatste stap in de inventarisatiefase.Het doel van het aanvullend archeologisch onderzoek was aanvullende informatie te verkrijgen voor een definitieve waardering van deze vindplaats, op grond waarvan beslist kan worden of het terrein in aanmerking komt voor bescherming krachtens de Monumentenwet 1988.Het AAO bestond uit een systeem van proefputjes en proefsleuven, waarbij behalve machinale verwerking ook vlakken verdeeld in vierkante-metervakken handmatig werden verdiept en waarbij de inhoud van sporen en sommige vakken werd gezeefd.Gebleken is dat binnen het onderzochte gebied sporen aanwezig zijn van één, of mogelijk twee gebouwen, en erfafscheidingen die gedateerd kunnen worden in de Midden-Bronstijd (Hilversumcultuur fase 2/3: 1500-1100 voor Chr.). Het oorspronkelijke woonoppervlak is na de bewoningsfase aan erosie onderhevig geweest en verspoeld. Mogelijk werd de vindplaats ten tijde van de Late Bronstijd of Vroege IJzertijd (ca. 1100-700 voor Chr.) opnieuw bezocht, getuige een kuil en vondsten van aardewerk uit deze periode en een stukje tefriet dat uit dezelfde of een latere periode stamt.Op basis van het beschreven onderzoek zijn de volgende conclusies getrokken.1. De onderzochte archeologische resten maken deel uit van een nederzetting op een stroomrug. Het lijkt aannemelijk dat we te maken hebben met één of mogelijk twee gebouwen en sporen van erfafscheidingen.2. De bewoningssporen dateren uit een gevorderde fase van de Midden-Bronstijd (1500-1100 voor Chr.: Hilversumcultuur fase 2/3). Op een later moment is een kuil gegraven door het oude Bronstijdniveau heen.3. De vindplaats scoort voor de kwaliteitscriteria gaafheid en conservering 3 punten.

RAM 5

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2zt-w25u
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-2zt-w25u
Provenance
Creator Jongste, P.B.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor J Cichy; ROB, Amersfoort
Publication Year 2011
Rights CC-BY-SA-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0
OpenAccess true
Contact J Cichy (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 2180892; 6456; 7038; 812; 4863
Version 2.0
Discipline Humanities