Bij het booronderzoek zijn Maasterrasafzettingen bestaande uit matig fijne, zwak tot uiterst siltige zanden aangetroffen. Het bodemprofiel is bij alle boringen verstoord tot een diepte variërend van 75 cm –mv in het noorden van het plangebied tot 210 cm –mv in het zuiden van het plangebied. Het verstoorde pakket hangt vermoedelijk samen met de bouw- en sloopwerkzaamheden van zowel de voormalige als huidige bebouwing in het plangebied uit zowel de 19e als de 20e eeuw. Op basis van de aangetroffen diepe bodemverstoringen wordt de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied bijgesteld naar laag voor alle perioden.