Een archeologische begeleiding (AB) in de boerderij Hagenend 3 te Anderen, gemeente AA en Hunze (Dr.)

DOI

Op 22 september 2004 is de restauratie van de historische boerderij Hagenend 3 te Anderen, onder auspicieën van het Drentsch Plateau en de gemeente Aa en Hunze officieel van start gegaan. De boerderij is bouwhistorisch onderzocht door het Bureau voor Bouwhistorie (BDM) te Groningen. Tijdens de restauratie is aanvullend onderzoek gedaan en is over het project gerapporteerd. Vanwege alle bij het project geplande grondwerkzaamheden is Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) in opdracht van het Drentsch Plateau ingeschakeld om een archeologische begeleiding uit te voeren. Deze begeleiding beperkte zich tot die momenten dat er daadwerkelijk grondwerkzaamheden plaatsvonden. De archeologische begeleiding werd uitgevoerd door drs. S.J. Tuinstra. De archeologische begeleiding vond plaats op 22 september 2004, 28 t/m 30 semptember 2004, 5 oktober 2004 en 7 oktober 2004.ConclusiesMet de verkregen resultaten tijdens de archeologische begeleiding zijn de gestelde vragen niet eenduidig te beantwoorden. Ten eerste kon tijdens de begeleiding maar een klein deel van het hele oppervlakte van de boerderij worden bekeken. Het begeleide gedeelte leverde relatief leverde weinig sporen op en nauwelijks vondstmateriaal. Maar reeds voorafgaand aan de begeleiding zijn grondingrepen gepleegd die niet archeologisch zijn begeleid. Zo maakte de reeds weggegraven onderkant van de huidige stalstaanders het onmogelijk om inzicht te verkrijgen in de fundatie van eerdere fasen. Daarnaast is tijdens de archeologische begeleiding niet alle grondwerk, oftewel bodemverstorende ingrepen, gemeld. Een dwars over de stal heen lopende binnenmuur, die in de nieuwe situatie het woongedeelte van de stal moet scheiden, is zondere verdere vermelding gegraven en geplaatst. De kans om hier een dwarsprofiel van de stalbodem te verkrijgen was hiermee verloren. Minstens zo pijnlijk was de verwijdering van de veldkeien waarop twee staanders waren gefundeerd, waarvan één een oorspronkelijke 14e-eeuwse staander (staander 2). Door het niet vermelden van deze ingreep kon het bodemarchief hier niet worden gedocumenteerd. Hierdoor was het onmogelijk om vast te kunnen stellen hoe deze staander oorspronkelijk was ingegraven.1 Zijn er nog sporen van een (mogelijke) voorloper van de 14e eeuwse boerderij?Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden, daar de gevonden sporen geen dateerbaar materiaal bevatten. Gezien de aard en positie van deze sporen is het echter waarschijnlijk dat deze tot de 14e-eeuwse of latere boerderij-fasen behoren. De 14e-eeuwse fase lijkt hiermee de eerste boerderij op deze plek te zijn.2 Kan nog iets gezegd worden over de inrichting van de 14e-eeuwse boerderij? Met name het woongedeelte en de plaats van de oorspronkelijke haard?Veel sporen heeft de begeleiding niet opgeleverd, maar de vraag kan gedeeltelijk worden beantwoord. Zo is duidelijk geworden dat de boerderij in het verleden van lemen vloeren was voorzien. Deze lagen nog aan het oppervlak en zijn gedeeltelijk gespaard gebleven doordat de recentere houtvloer en betonvloer hier overheen zijn gelegd. Pas tijdens de huidige restauratie zijn ze uiteindelijk verwijderd. Ook hier is echter als gevolg van het ontbreken van vondstmateriaal, niet te zeggen bij welke periode v´o´or de 19e eeuw deze vloeren oorspronkelijk horen. Over de voormalige haard is meer te zeggen. Er zijn twee sporen gevonden die duidelijk afkomstig zijn van haardplaatsen. De meest noordelijke hiervan ligt tegen de huidige haard aan, en het mag waarschijnlijk worden geacht dat het hier de directe voorganger van de nu nog aanwezige eind 18e-eeuwse haardplaats betreft. De direct achter de bedstedenwand gelegen haardplaats is waarschijnlijk ouder, zeer zeker ouder dan de 18e eeuwse bedstedenwand die de haard doorsnijdt. Deze haardplaats bevind zich in het midden van het 14e-eeuwse woongedeelte. Daarmee lijkt het aannemelijk dat het hier gaat om de oorspronkelijke haardplaats van de boerderij, die in de 14e eeuw waarschijnlijk geen schoorsteen bezat en waar de rook via de daknok werd afgevoerd.3 Hoe is de 14e-eeuwse boerderij oorspronkelijk gefundeerd?Zeker twee staanders, waaronder een 14e-eeuwse staander, enmogelijk meer, zijn gefundeerd geweest op veldkeien. Niet alle staanders bezaten echter een fundament van keien, waardoor hier sprake lijkt te zijn van latere reparatie van verotte staanders. Door het ongedocumenteerde verwijderen van de grond en veldkeien onder de staanders kan deze vraag echter niet verder worden beantwoord.4 Hoe is de toestand van het archeologische bodemarchief?De toestand van het bodemarchief is redelijk te noemen. Weliswaar zijn er in het subrecente verleden enige ingrepen geweest die een deel hebben verstoord, maar het grootste deel van de bodem is onverstoord en zal zeker nog meer archeologische sporen bevatten. 5 Zijn er nog sporen van het (afgebroken) 14e-eeuwse stalgedeelte onder de huidige stal aanwezig?Ook deze vraag is niet met zekerheid te beantwoorden, daar de gevonden sporen geen dateerbaar materiaal hebben opgeleverd en een aantal mogelijke sporen zonder verdere documentatie zijn weggegraven. In de stal zijn twee vierkante paalgaten gevonden, die, gezien de nog losse, veraarde vulling recent van aard zullen zijn. In de westelijke kubbing zijn zeven in lijn liggende paalgaten aangetroffen. Mogelijk dat het hier gaat om de plaats van de kubbing, voordat in de 19e eeuw de stal werd versteend. Het lineare grondspoor parallel aan de huidige achtergevel is mogelijk een wandgreppel van deze pre 19e-eeuwse stal. Van drie van de paalsporen bestond de vulling uit baksteenpuin en houtrestanten, de overige vier kenden een compacte zandvulling. De drie waarschijnlijk subrecente paalsporen zijn dan de directe voorloper van de huidige stalwand, de vier resterende paalgaten kunnen mogelijk van een nog oudere fase zijn. De verschillende fases hebben dan tot de 19e eeuw steeds op dezelfde plek gelegen. Naar aanleiding van deze resultaten kan worden gesteld dat de 14e-eeuwse boerderij, waar nog daadwerkelijke bouwelementen van aanwezig zijn, waarschijnlijk de eerste boerderij op deze locatie is geweest. Vanaf de 14e eeuw is deze plek continu in gebruik geweest als boerderij en woning, waarbij zowel de opzet als de grootte van het geheel nooit radicaal zijn gewijzigd. De 14-eeuwse boerderij is in de loop van de tijd door herbouw/verbouw en aanpassing in een doorlopend proces uitgegroeid tot de huidige boerderij. Doordat de plek continu als gebouw in gebruik is geweest en voortdurend op nagenoeg hetzelfde vloerhoogtes heeft gehad zijn de meeste sporen van activiteiten ter plaatse weer gewist door de daaropvolgende. Alleen de dieper gelegen sporen zijn bewaard gebleven. Helaas zijn van de plekken waar deze sporen te verwachten waren, een aantal belangrijke locaties zonder begeleiding ontgraven. Het was de aannemer waarschijnlijk niet duidelijk wat archeologie alswel bouwhistorie precies inhield en waar dan rekening mee diende te worden gehouden. Ondanks gemaakte afspraken zijn een aantal zaken dan ook niet doorgegeven omdat de archeologische relevantie van de geplande ingreep niet herkend of onderkend is. In de toekomst is het bij dit soort werkzaamheden dan ook van het grootste belang dat de archeologie en bouwhistorie ruim van te voren in het proces worden betrokken en ook de gelegenheid krijgen om de betrokkenen voor te lichten over de inhoudelijke kant van de geplande begeleiding.

Date: 2004

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xv2-faj3
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xv2-faj3
Provenance
Creator Tuinstra, S.J.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2010
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 1636025; 11539; 11990; 824; 5922
Version 1.0
Discipline Humanities