Laagland Archeologie heeft op 6 en 7 november 2017 een archeologische begeleiding uitgevoerd bij de aanleg van een deel van de rioleringen in het kader van het Centrumplan Eelde. Het betreft een zone van circa 20 meter lengte in het oostelijke deel van de straat Westerhorn, met een aansluiting op de Hoofdweg. Op basis van voorgaand bureau- en verkennend booronderzoek heeft dit deel van het gehele Centrumplan een hoge archeologische verwachting gekregen. Bij de aanleg van het riool diende er een archeologische begeleiding plaats te vinden.Bij de archeologische begeleiding is een deel van een gracht aangetroffen die waarschijnlijk rond het terrein van het Nijsinghhuis loopt. De gracht is vermoedelijk niet eerder dan in de eerste decennia van de 20e eeuw gedempt met een pakket sterk humeuze grond. Mogelijk is deze grond afkomstig van het aangrenzende terrein rond het Nijsinghhuis. De gracht is in het deel van de rioolsleuf dat onder archeologische begeleiding is uitgegraven over de lengte aangesneden en in een dwarsprofiel voor ongeveer de halve (noordelijke) doorsnede waargenomen. Het in de vulling aangetroffen keramische vondstmateriaal dateert op zijn vroegst uit de 18e eeuw maar een porseleinen elektriciteitsisolator dateert het dempingspakket op zijn vroegst uit het begin van de 20e eeuw. Voor zover bekend is er geen historische informatie over de demping van de gracht. De gracht is waarschijnlijk aangelegd in de eerste helft van de 18e eeuw bij de aanleg van de tuinen rond het Nijsinghhuis en gedempt in een van de eerste decennia van de 20e eeuw.In het overige deel van de onderzochte rioolsleuf is nog een gedempte sloot aangetroffen. Het natuurlijke bodemprofiel is als gevolg van de aanleg van de gracht en recentere kabel- en leidingsleuven tot diep in de C-horizont vergraven.Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen met graafwerken direct langs de begrenzing van de (deels voormalige) tuinen rond het Nijsinghhuis verdient het de aanbeveling om ook daarbij ook archeologisch veldonderzoek uit te voeren.