Rotterdam Waterberging Zuiderpark, Hart van Zuid

Algemeen

In opdracht van Hart van Zuid v.o.f. heeft de afdeling Onderzoek en Rapportage van het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) van de gemeente Rotterdam in december 2016 een verkennend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het plangebied Waterberging Zuiderpark, Hart van Zuid te Rotterdam. In totaal zijn verspreid over het plangebied acht boringen verricht. Er is geboord vanaf het maaiveld tot maximaal 5,54 m - NAP (3,77 m - mv). Voorafgaand aan het veldonderzoek is voor het plangebied een bureauonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is verricht omdat bij de geplande uitbreiding van een waterpartij in het plangebied grondwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd die reiken tot maximaal 3,40 m - NAP. Indien archeologische waarden aanwezig zijn, kunnen deze hierbij worden aangetast of vernietigd.

Resultaten

Uit het bureauonderzoek, waarbij onder meer is gekeken naar de historische situatie, de bodemopbouw ter plaatse en de bekende archeologische waarden in (de omgeving van) het plangebied, komt naar voren dat voor het gehele plangebied een onbekende archeologische verwachting geldt voor vindplaatsen uit het Mesolithicum en het Neolithicum. Vindplaatsen uit deze perioden kunnen bijvoorbeeld aangetroffen worden in de top van eventueel aanwezige kwelderafzettingen (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer; voorheen Afzettingen van Calais) of stroomgordelafzettingen (Formatie van Echteld; voorheen Afzettingen van Gorkum). Dergelijke afzettingen worden echter niet verwacht binnen de geplande verstoringsdiepte van 3,40 m - NAP. Vindplaatsen uit de Bronstijd worden in het geheel niet verwacht in het plangebied. Daarnaast geldt voor het gehele plangebied een redelijk hoge tot hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de IJzertijd, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen (tot 1373-1375) in de top van het veen (Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket; voorheen Hollandveen). Vindplaatsen uit de Middeleeuwen kunnen ook aanwezig zijn op de eventueel aanwezige kleilaag direct op het veen (Formatie van Naaldwijk, vroege fase Laagpakket van Walcheren; voorheen vroege fase Afzettingen van Duinkerke III). Tot slot geldt een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de Middeleeuwen (na het midden van de 15e eeuw) en de Nieuwe tijd op of in de top van het overstromingsdek (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren; voorheen Afzettingen van Duinkerke III).

Uit het verkennend inventariserend veldonderzoek blijkt dat de diepere ondergrond in het plangebied bestaat uit een veenpakket, dat gerekend kan worden tot de Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket (vanaf gemiddeld 4,83 m - NAP; 3,02 m - mv). De top van het veen, waargenomen vanaf een minimale diepte van 4,31 m - NAP (2,53 m - mv), is aangetast door de erosieve werking van de laatmiddeleeuwse overstromingen in het gebied en derhalve niet meer intact aanwezig. Direct op het veen is in vier boringen een dunne kleilaag aangetroffen, die gerekend kan worden tot de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vanaf gemiddeld 4,55 m - NAP; 2,73 m - mv). Het vermoeden bestaat dat het gaat om overstromingsafzettingen, behorende tot een vroege fase van het Laagpakket van Walcheren. Ook de top van deze kleilaag is geërodeerd als gevolg van de laatmiddeleeuwse overstromingen van de Riederwaard. De top van de natuurlijke sequentie bestaat uit een pakket zand en klei van enkele meters dik, dat eveneens gerekend kan worden tot de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vanaf gemiddeld 2,20 m - NAP; 0,40 m - mv). Het betreft het overstromingsdek dat gevormd is tussen 1373-1375, de periode van de overstromingen van de Riederwaard, en het midden van de 15e eeuw, toen de Polder Charlois werd gevormd. De top van het pakket is in alle boringen aangetast door (sub)recente grondroerende activiteiten. De bovenste bodemlaag in het plangebied wordt gevormd door enerzijds een (sub)recent opgebracht pakket en anderzijds door een (sub)recent geroerd pakket, de zogenaamde bouwvoor.

In het plangebied zijn tijdens het verkennend inventariserend veldonderzoek geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Daarnaast is gebleken dat er geen stratigrafische niveaus met archeologische potentie aanwezig zijn in het plangebied. De top van alle aangeboorde bodemlagen (zie hierboven) is aangetast door de laatmiddeleeuwse overstromingen van de Riederwaard of door (sub)recente grondroerende activiteiten. Concluderend kan dan ook gesteld worden dat de kans zeer klein is dat bij de geplande werkzaamheden in het plangebied, tot maximaal 3,40 m - NAP, archeologische waarden verstoord zullen worden.

Aanbevelingen

Op grond van het bureauonderzoek en het verkennend inventariserend veldonderzoek luidt de aanbeveling voor het plangebied Waterberging Zuiderpark, Hart van Zuid te Rotterdam dat er geen voorzieningen hoeven te worden getroffen om archeologische waarden te behouden of te ontzien. Zonder verder archeologisch onderzoek kan worden gestart met de voorgenomen werkzaamheden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zju-azfb
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-ap-bni5
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:79096
Provenance
Creator Schiltmans, D.E.A.
Publisher Archeologie Rotterdam (BOOR)
Contributor Archeologie Rotterdam (BOOR)
Publication Year 2018
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/rtf; application/dbf; application/xls
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.492 LON, 51.883 LAT); Waterberging Zuiderpark; Rotterdam; Gemeente Rotterdam; Zuid-Holland