De onderzoekslocatie ligt volgens de Archeologische Beleidskaart van de Bladel in de zones Categorie 2 (archeologische waarde) 3 (historische kernen en linten), 4 (hoge verwachting) en 5 (middelhoge verwachting). Op de geomorfologische kaart ligt het plangebied op terrasafzettingswelvingen die zijn afgedekt door dekzandafzettingen. Op circa 350 meter ten noorden van het plangebied ligt het beekdal van de Bellicomseloop. Het plangebied ligt in een gradiëntzone, welke van oudsher aantrekkelijke vestigingslocaties waren voor jager-verzamelaars. Omdat er in de directe omgeving van het plangebied geen vondsten bekend zijn wordt een middelhoge archeologische verwachting toegekend aan vindplaatsen uit het laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum. De grofzandige en grindige rivierafzettingen werden pas vruchtbaar nadat ze zijn afgedekt door een laag dekzand. de dikte van het dekzand bepaald de geschiktheid als akkerland. Vanwege de verwachting op een humeus esdek en de aangetroffen vindplaatsen in de omgeving van het plangebied wordt er een hoge archeologische verwachting toegekend op vindplaatsen uit het (laat-)neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. Het plangebied ligt ten westen van de laatmiddeleeuwse kern van Bladel. Ten zuidwesten van het plangebied ligt het historische bebouwingslint van de Zwartakkers. Het plangebied is sinds tenminste begin 19e eeuw in gebruik als bouwland, weiland, moestuin en erf. Voor het zuiden en oosten van het plangebied, langs het historische lint, geldt een hoge verwachting voor de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. Voor het overige deel van het plangebied geldt een middelhoge archeologische verwachting. Op basis van het uitgevoerd verkennend veldonderzoek middels boringen kan worden gesteld dat de bodemopbouw in het grootste deel van het plangebied bestaat uit een scherp AC-bodemprofiel. Hierdoor is de kans groot dat archeologische resten in de ondergrond kunnen worden aangetroffen. De in het vooronderzoek opgestelde archeologische verwachting (middelhoog voor neolithicum - nieuwe tijd) blijft dan ook gehandhaafd. De graafwerkzaamheden bij de voorgenomen planontwikkeling kunnen een negatieve impact hebben op het verwachte aanwezige archeologische niveau. Op basis van de bodemkundige gesteldheid kunnen onder de humushoudende bovengrond (0 - 45 cm -mv) archeologische resten aanwezig zijn. Wanneer er in het plangebied graafwerkzaamheden gaan plaatsvinden, dan kunnen eventueel aanwezige archeologische resten verloren gaan. Op basis hiervan wordt voor het plangebied een vervolgonderzoek geadviseerd. Dit vervolgonderzoek vindt bij voorkeur in de vorm van een proefsleuvenonderzoek plaats. Selectieadvies gemeente Bladel: Het voorliggende rapport maakt duidelijk dat de kans op archeologische resten binnen het plangebied reëel is. Dit geldt in het bijzonder voor sporen van historische bebouwing en bijbehorende erven. Wij adviseren daarom een vervolgonderzoek door middel van proefsleuven te laten uitvoeren om daarmee nader inzicht te verkrijgen in de aanwezige archeologische waarden.