In opdracht van Architect Willem S. van Vliet heeft het onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuurhistorie en Cultuurhistorie (BAAC bv) een inventariserend archeologisch veldonderzoek (karterende fase) uitgevoerd aan de Zevenhuizenseweg in Asperen, gemeente Lingewaal, provincie Gelderland. Aanleiding voor dit onderzoek is de wijziging van het bestemmingsplan in verband met nieuwbouw. Als gevolg van bouwactiviteiten en de daarmee gepaard gaande bodemingrepen bestaat er een gerede kans dat archeologische waarden verstoord of vernietigd zullen worden. De te verwachten verstoringsdiepte bedraagt circa 1 meter onder het maaiveld.Conclusies:Bureauonderzoek:• Er zijn geen vindplaatsen en/of archeologische terreinen bekend uit het onderzoeksgebied zelf. In de directe omgeving van het plangebied zijn vondsten gedaan die verband houden met het Middeleeuwse karakter van Asperen.• De archeologische verwachting voor het onderzoeksgebied is hoog. Dit is gebaseerd op de ligging op de stroomrug van de Linge en de ligging in het historische centrum van Asperen.• Op een kaart van Blaeu uit 1649 is te zien dat in het zuidelijk deel van het onderzoeksterrein bebouwing aanwezig is. Deze bebouwing is op het minuutplan van 1832 verdwenen.Veldonderzoek:• In vier boringen zijn tot een diepte van 130 cm onder het maaiveld archeologische indicatoren aangetroffen. Het betreft fosfaat, houtskool, verbrand bot en baksteen uit de periode 1400-1800 AD.• Tijdens het veldonderzoek is aangetoond dat in het onderzoeksgebied oeverafzettingen op bedingafzettingen voorkomen.• Boring 3 is uitgevoerd op een hoger gelegen deel waarop ook een woonhuis met schuur is gelegen. Het is niet duidelijk of deze verhoging natuurlijk is of antropogeen.Aanbeveling:Op basis van de historische ontwikkeling van het gebied, de landschappelijke ligging, de aanwezigheid van archeologische indicatoren en de geconstateerde bebouwing op historisch kaartmateriaal wordt geadviseerd om ten minste op het zuidelijk deel van het plangebied een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven uit te voeren. Bij het proefsleuvenonderzoek kan de exacte aard, omvang, datering en mate van verstoring van de vindplaats onderzocht worden. Indien de resultaten van het proefsleuvenonderzoek hier aanleiding voor geven kan het proefsleuvenonderzoek worden uitgebreid naar het noordelijk deel van het plangebied.