Naar aanleiding van de sloop van Loddero 18 en de nieuwbouw ter plekke is een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek behelsde een viertal proefsleufjes rond de bestaande bouw en een kleine opgraving tijdens te sloop van de bestaande bouw. De proefsleuven hebben vooral informatie gegeven over landschappelijke aspecten van het Doesburgse Molenveld, de opgraving meer specifiek over de bebouwing van het perceel. Voorafgaand aan de gesloopte bouw zijn twee bouwfasen herkend, beginnend in de late 18e of vroege 19e eeuw. De vondsten uit een 19e-eeuwse afvalkuil hebben materiaal van de naburige pottenbakker opgeleverd.Het onderzoek aan Loddero 18 geeft een mooie aanvulling op de kennis van de ontwikkeling van het Molenveld in Doesburg, het stadsdeel dat in de 18e eeuw werd toegevoegd aan de vestingstad Doesburg. Het project geeft het beeld van een oeverwal langs de oude loop van de Oude IJssel, die oorspronkelijk langs de oostzijde van de stad liep. Het oudste huisje stond óp deze oeverwal, daarachter ligt het rivierzand een meter lager en is het afgedekt met komklei. Hier en daar is wat 14e-eeuws aardewerk aangetroffen op het terrein, maar voor bewoning uit deze periode zijn geen aanwijzingen gevonden. Men mag aannemen dat het gebied het Molenveld als stadsweide werd gebruikt, terwijl op het hoogste punt al vroeg een windmolen stond (in elk geval al in de 16e eeuw). De oudste aanwijzing voor bewoning op het onderzochte terrein is het aangetroffen zeer kleine huisje, dat ook al op de kadastrale minuut van 1832 is te vinden en dat aan het einde van de 18e of het begin van de 19e eeuw gebouwd is. De vraag blijft wat het beroep van de eerste bewoner Frederik Hesselberg was.Voor een boerderij is het kleine huisje volstrekt te klein. mogelijk was hij dagloner en werkte hij in de stad of op het land op het Molenveld. Ook zou hij een ambachtelijk beroep gehad kunnen hebben. Honderd jaar later blijkt het pandje enorm vergroot te zijn tot het formaat van een echte boerderij. Tot aan de sloop getuigden paardenstallen daarvan, al was het pand op dat moment al heel lang een buurtwinkel (sinds 1941). Van de jongere aanbouw zijn ook fysieke resten aangetroffen.Voor het overige zijn er weinig bewoningssporen aangetroffen. Binnen de muren van het oudste huisje zijn enkele grondsporen gedocumenteerd, waaronder een kuil die ouder moet zijn dat de oudste bouwfase en een greppel waarvoor hetzelfde geldt. De greppel loopt overigens exact parallel aan de Loddero en is ongetwijfeld te duiden als een bermsloot. Deze dateert waarschijnlijk uit de 17e eeuw.Alleen onder de parkeerplaats ten zuiden van de buurstupermarkt (werkput 3) werden verder echte grondsporen aangetroffen. De belangrijkste daarvan is een afvalkuil. Deze is vooral interessant omdat er 19e-eeuws afval in zat dat te relateren is aan de pottenbakkerij van Schunck op de hoek Loddero / Kraakselaan. Niet eerder was materiaal van deze pottenbakkerij beschreven.

DAP 20

Date: 2020-11-26