Bureau voor Archeologie heeft een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de De Stoevelaar te Goor. Naar aanleiding daarvan is besloten een verkennend booronderzoek uit te voeren.
Tijdens het booronderzoek zijn twaalf boringen tot in de C-horizont gezet. De einddieptes van de boringen ligt tussen 140 en 200 cm -mv. Uit de boorprofielen blijkt dat de bodem tussen 80 en 140 cm -mv verstoord is of uit recent opgebracht materiaal bestaat. In de omgewerkt bodem zijn in een aantal boringen nog restanten van een (omgewerkte) A-horizont aanwezig. Waarschijnlijk is hier sprake van beekeerdgronden.
De verstoorde bodem is waarschijnlijk gerelateerd aan de bouwwerkzaamheden in de jaren 70 van de 20e eeuw. Bovendien is het, gezien de aanwezigheid van beekeerdgronden, waarschijnlijk dat de omstandigheden in het plangebied te nat zijn geweest voor bewoning. Om deze redenen worden in het plangebied geen archeologische resten meer verwacht.
Bureau voor Archeologie adviseert daarom het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.
Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat bij de graafwerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen op plaatsen en dieptes waar die niet worden verwacht. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Hof van Twente.