Het onderzoek betreft een archeologisch (en bodemkundig) Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven in twee deelgebieden bij Gieten in de gemeente Aa en Hunze in Drenthe: Rijksweg N34 en Bloemakkers.Het deelgebied aan weerszijden van de Rijksweg N34 moet gezien worden als een marginaal gebied. In het deelgebied waren in het verleden (en nu nog) bijzonder natte omstandigheden door de slechte afvoermogelijkheden van water. Deze natte omstandigheden maakten het deelgebied in het verleden niet aantrekkelijk voor bewoning. Dat bleek duidelijk uit de proefsleuven van dit onderzoek. In geen van de 35 proefsleuven werden vondsten gedaan. Grondsporen waren niet of nauwelijks aanwezig.Onder het huidige landschap van het deelgebied Bloemakkers ligt een prehistorisch landschap. Alle vier de proefsleuven in het deelgebied leverden in meerdere of mindere mate grondsporen en vondsten op. Vanwege de aanzienlijke variatie in landschappelijke omstandigheden op korte afstanden, zal de geschiktheid voor menselijke activiteiten in het verleden divers zijn geweest. In dat prehistorische landschap heeft in de beginfase van de Trechterbekercultuur een nederzetting gelegen. Het is aan te nemen dat deze mensen rondom de nederzetting allerlei activiteiten, zoals landbouw, hebben uitgevoerd. Deze activiteiten zijn wellicht de oorzaak van de sporen en vondsten die in de rest van het deelgebied Bloemakkers in de proefsleuven werden waargenomen.