Laagland Archeologie heeft in juli 2023 een Archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd aan de Hendrik ter Kuilestraat 146 en 146a te Enschede. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de bouw van twee nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen. Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocol SIKB KNA 4002.
Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.
De exacte bodemkundige en geomorfologische situatie is niet bekend, maar aannemelijk is dat het plangebied op een grondmorenewelving ligt met daarop een dekzandpakket van ongeveer 3 m dik. In de directe omgeving van het plangebied kwamen geen natuurlijke waterlopen voor. In het dekzand is vermoedelijk een veldpodzolbodem en/of een beekeerdbodem gevormd. In de zuidwest en noordoosthoeken van het plangebied is waarschijnlijk sprake van een (relatief jong) plaggendek (laarpodzolbodem of enkeerdgrond). Op basis van milieukundige boringen in en rondom het plangebied lijkt het waarschijnlijk dat de bodem tot een diepte van tenminste 1 m -mv is verstoord tot in de C-horizont.
In de omgeving van het plangebied zijn bij een opgraving resten uit de periode Mesolithicum tot en met Middeleeuwen aangetroffen. Het zwaartepunt ligt daarbij op resten uit de periode Late-Bronstijd tot en met Midden IJzertijd (huisplattegronden). De vindplaats lag op een gordeldekzandrug met daarop een plaggendek en oude akkerlaag.
Op enige afstand van het plangebied lag Erve Josink, dat op basis van historische bronnen tenminste tot in de 14e eeuw is terug te voeren. Wat dichterbij het plangebied liggen enkele niet-genaamde erven. Vermoedelijk gaat het om kleine keuterboerderijen. Deze zijn op een oude kaart uit 1787 ingetekend. Rond 1832 was een groot deel van het plangebied in gebruik als grasland; in de omgeving komen diverse hooilanden voor. Dit en de vermoedelijk tamelijk late ontginning van het plangebied en omgeving wijst op tamelijk vochtige omstandigheden. Het gebied was daarmee waarschijnlijk weinig geschikt voor vroegere vormen van landbouw. Vanaf circa 1950 werd het terrein in gebruik genomen als bedrijventerrein. Vanaf 1978 kwam in een klein deel van het plangebied bebouwing voor; rond 1990 was een groot deel van het plangebied bebouwd.
In het plangebied kunnen resten van erfinrichting van een nabijgelegen (voormalig) boerenerf worden verwacht. Waarschijnlijk ging dit om een keuterboerderij uit de 17e eeuw. Dit erf lag ruwweg 35 m ten westen. Op deze locatie ligt nu een watergang (stadshaven). De kans dat deze resten nog intact aanwezig zijn wordt laag geacht, gezien de vergravingen in het plangebied.We adviseren daarom geen nader vervolgonderzoek uit te voeren.Dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Enschede. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, mevr. E. Kaptijn.
Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).