Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie heeft een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Noordvliet Noordzijde 159 te Maassluis, gemeente Maassluis (afbeelding 1, kaart 1 achterin het rapport). Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 0,33 ha, en is momenteel deels bebouwd of verhard. Binnen het plangebied zullen de bestaande bedrijfshallen worden gesloopt waarna nieuwbouw van woningen wordt gerealiseerd.
Na de sloop van de huidige bebouwing zullen vier vrije sector woningen (2 aan 2 geschakeld) en een kleinschalig appartementengebouw met 5 appartementen worden gerealiseerd (afbeelding 2). De nieuwbouw krijgt een balkenfundering met palen, deels in het aflopende talud van de dijk (afbeelding 3). Verder zijn er ingrepen voor de aanleg van infrastructuur (K&L, cunetten), diepte nog onbekend.
Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het plangebied behoudenswaardige archeologische waarden (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen. Gezien de aard van de ingrepen (nieuwbouw, aanleg infra) zullen de geplande ingrepen naar verwachting tot in het relevante archeologisch niveau reiken.
In de directe omgeving van het plangebied bevindt zich een oud krekenlandschap waarbij op kreekruggen diverse archeologische vindplaatsen zijn aangetoond. Binnen het plangebied is waarschijnlijk sprake van een dergelijke kreekrug, direct onder het maaiveld. De archeologische verwachting voor het plangebied richt zich daardoor met name op resten van bewoning uit de IJzertijd/Romeinse tijd (met een mogelijke uitloper tot de Vroege Middeleeuwen en het begin van de Late Middeleeuwen, voorafgaand aan de grote overstromingen van de 12e eeuw). Nederzettingsresten uit de IJzertijd, Romeinse tijd, Vroege en Late Middeleeuwen kunnen onder andere bestaan uit constructiehout, haardplaatsen, perceleringsgreppels en aardewerk. Voor de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd lijken er op basis van historisch kaartmateriaal geen aanwijzingen te zijn voor bewoning. Resten uit deze periode zullen voornamelijk bestaan uit de resten van een agrarisch cultuurlandschap (greppels, sloten etc.).
Op basis van het beschikbare kaartmateriaal worden er geen resten van historische bebouwing vanaf het begin van de 18e eeuw verwacht
Advies
De ingrepen ten behoeve van de nieuwbouw van de woningen en bijbehorende infrastructuur zal plaatsvinden binnen of nabij een zone met een hoge archeologische verwachting, vanwege de ligging op een kreekrug waar zich mogelijk archeologische resten kunnen bevinden, met name uit de IJzertijd/Romeinse tijd en de Middeleeuwen/Nieuwe tijd. Gezien het niveau van de ontgravingen kunnen deze mogelijk tot in de archeologisch relevante laag reiken.
Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie adviseert om de huidige dubbelbestemming te handhaven. In geval van ingrepen zoals die zijn besproken in dit bureauonderzoek, wordt geadviseerd direct na de sloop een vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een verkennend/karterend booronderzoek om de bodemopbouw en dikte van het ophogings- of verstoorde pakket in kaart te brengen. Hierbij wordt geadviseerd te boren in twee raaien met een tussenruimte van 20 meter tussen de boringen en 15 meter tussen de raaien (ca. 8-10 boringen). Nadruk daarbij zal liggen op loop en diepteligging van een oude kreekrug, vlak onder het oppervlak. Geadviseerd wordt te boren zodra de huidige bebouwing is gesloopt, of indien dat praktisch mogelijk is, de boringen binnen de bestaande bebouwing te laten voorboren met behulp van betonboringen, zodat in de natuurlijke ondergrond kan worden geboord.
Het is aan het bevoegd gezag, de gemeente Maassluis, om op basis van dit rapport en het daarin geformuleerde advies een besluit te nemen ten aanzien van het voortzetten of beëindigen van het onderzoeksproces.
Ook nadat het archeologisch onderzoek is afgerond, blijft de meldingsplicht archeologische toevalsvondst of waarneming van kracht (Erfgoedwet, artikel 5.10 Archeologische toevalsvondst). Aangezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een archeologische toevalsvondst wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij het bevoegd gezag, de gemeente Maassluis, en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Naschrift
Het bevoegd gezag, mevr. H. Bleijs van de gemeente Maassluis, heeft het conceptrapport beoordeeld en het advies op 17 januari 2023 goedgekeurd. Tekstuele opmerkingen van de gemeente zijn verwerkt in de definitieve versie van het rapport