Geïnterviewde 16 is geboren op 22 mei 1926 in Batavia / Jakarta (Java, Indonesië) als oudste dochter in een gezin van 6 kinderen. Ze krijgt een Europese opvoeding, maar leert Maleis van de bedienden.Haar vader was lid van de Preanger-verzetsgroep gedurende de eerste maanden van de oorlog. Vervolgens werd hij gevangengezet door de Japanners in de gevangenis Cipinang (Batavia), en later Sukamiskin (Bandung). Daar bezocht zij hem met haar moeder en merkte dat hij gefolterd werd. Later vermoedt ze dat dat kwam omdat de Japanners wapens ontdekt hadden die verstopt waren onder bijv. het tafelblad, telkens wanneer ze meubels moesten verkopen om aan eten te komen. Ze leerde breien om wat extra’s te kunnen kopen voor haar vader. In de laatste periode van zijn gevangenschap moest hij werkzaamheden verrichten zoals sloten schoonmaken. Toen geïnterviewde haar vader een briefje wilde brengen, werd zij door een Japanner mishandeld.In 1944 trouwt zij. Haar man smokkelde ook wapens en tijdens de politionele acties vocht hij mee in het Anjing Nica. In 1946-1947 verbleef vader in Nederland voor zijn militaire opleiding, en werd onderluitenant in het KNIL. Het gezin bleef in Bandung. De bersiapperiode herinnert ze zich als een verschrikkelijke tijd.In de winter van 1950 werden vader en gezin als veiliggestelden naar Nederland gebracht. Geïnterviewde volgt begin 1951 met haar man en gezin. Zij woonden in de barakken bij De Schaffelaar (Barneveld). Toen enkele maanden later de Molukse gezinnen arriveerden, werd haar gevraagd om wat langer te blijven om hen wegwijs te maken, maar dat werd langer dan ze gewild had. Haar vader was in die tijd voorzitter van de BPRMS.Ze voelt zich meer thuis in Indonesië dan in Holland.Attachments:Foto FF12034: huwelijksfoto oudersFoto FF12037: portret moederFoto FF12038: portret vaderFoto FF12039: groepsfoto militairen in Nederland, 1946/1947Document: KNIL, 1948Document: verzetsoorkonde echtgenoot
Date Submitted: 2010-05-31