Bij het archeologisch onderzoek aan de noordzijde van de Grote Appelstraat te Groningen zijn drie vlakken aangelegd. In het eerste vlak zijn naast tuinaarde met puinresten veel verstoringen waargenomen. Het tweede vlak is aangelegd op de top van het keileem/keizand.Hierin waren greppeltjes en sloten gegraven die vermoedelijk dateren uit de late middeleeuwen. Aan het eind van de late middeleeuwen is het terrein waarschijnlijk opgehoogd, in verband met agrarisch gebruik van de locatie; het gebied maakte vanaf deze periode deel uit van de noordelijke es.Er zijn relatief weinig vondsten geborgen uit de sporen. Opvallend is de vondst van een vuursteen kling uit de tijdspanne midden-neolithicum ? vroege bronstijd. Deze werd bij de aanleg van een vlak gevonden.Naast sloten en greppels is een tweetal paalgaten waargenomen welke vermoedelijk dateren uit de late middeleeuwen. Verder zijn paalgaten, kuilen en een waterput met een houten duigenton uit de nieuwe tijd aangetroffen. De paalgaten maakten geen deel uit van een structuur. De huisjes die vanaf de 19e eeuw op het terrein hebben gestaan zijn een aantal jaren geleden zeer grondig gesloopt. Er restten zelfs geen funderingen meer. Slechts een vloertje van (vermoedelijk) een schuurtje was nog aanwezig.