In verband met de geplande herbestemming van een oude Ambachtsschool, waarbij het binnenterrein wordt opgeschoond (sloop overbodige opstal) en wordt voorzien van een iets verdiepte parkeerfunctie (bovenkant bestrating minus 500 mm tov peil) is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Boddenkampsingel 80 te Enschede, gemeente Enschede, provincie Overijssel. De verdieping van de parkeerfunctie betekent mogelijk een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden.Omdat het plangebied wel op een overgang van hoog naar laag ligt maar niet in de nabijheid van open water, geldt hooguit een middelhoge verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum en het mesolithicum. Voor resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd geldt gezien de ligging tot in de twintigste eeuw op akkers, een lage verwachting. Binnen het plangebied geldt daarentegen een hoge verwachting voor resten van bewoning en begraving uit het neolithicum tot en met de vroege-middeleeuwen. Resten uit deze perioden kunnen bestaan uit sporen en vondsten die respectievelijk onder en in de bouwvoor voorkomen. In het plangebied moet echter rekening worden gehouden met ingrijpende bodemverstoring ten gevolge van de bouw in 1922 van de hier gelegen ambachtsschool.Om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen zijn acht boringen geplaatst met behulp van een zandguts en een megaboor.Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat in het plangebied oorspronkelijk podzolbodems hebben bestaan. Resten hiervan zijn echter nog slechts op twee boorpunten aangetroffen. Op één hiervan zijn deze resten bovendien vergraven. Vergelijking van de bodemopbouw op de boorlocaties zonder intacte podzolresten, laat zien dat op alle overige boorpunten de oorspronkelijke bodem tot minimaal dertig centimeter in de podzolbodem is aangetast. De werkelijke aantastingsdiepte van de oorspronkelijke bodem bedraagt echter minimaal een halve meter doordat de top hiervan enkele decimeters hoger moet hebben gelegen dan de top van de aangetroffen B/BC-horizont.Selectie-advies door drs. R.P. Exaltus (senior KNA-prospector):De aantasting van de oorspronkelijke bodem van minimaal een halve meter, betekent dat in het plangebied nauwelijks nog behoudenswaardige archeologische sporen aanwezig kunnen zijn. Het op alle boorpunten naboren met een megaboor en het zeven van het hiermee opgeboorde zand, heeft geen vondsten opgeleverd die op de (voormalige) aanwezigheid van dergelijke grondsporen wijzen. In elke boring zijn slechts relatief moderne puinresten aangetroffen. Deze wijzen er op dat de bodemverstoring en de vermenging met puin zijn opgetreden tijdens het bouwrijp maken van het terrein aan het begin van de twintigste eeuw.Gezien de tamelijk ingrijpende bodemverstoring en het volledig ontbreken van relevante archeologische indicatoren, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding tot het adviseren van archeologisch vervolgonderzoek.
2017-05/07