De aangetroffen sporen (teweten omheiningsgreppel, kalkkuil, (brood-)bakoven en een drietal waterputten) geven aan dat we hier te maken hebben met de periferie van een boerderijcomplex. Ofschoon van de eigenlijke gebouwen geen resten werden gevonden (ze vielen buiten het waarnemingsveld) heeft het er al schijn van dat deze zich in de onmiddellijke omgeving van het opgravingsgebied hebben bevonden.De aanwezigheid van een drietal (gedempte) waterputten suggereert een langere periode van bewoning. We denken dan toch wel aan een tijdvak van meerdere decennia waarbinnen de oude en in ongebruik geraakte put steeds enkele meters verder opnieuw werd aangelegd.Het weinige keramische vondstenmateriaal van steengoed met zoutglazuur uit de vulling van waterput P1 laat zich in de 17de eeuw dateren.De vondsten zijn geheel in lijn met de resultaten van het archiefonderzoek (die uitwezen dat we te maken hebben met een boerderij die niet ouder is dan laat-17de-eeuws, en die later afgebroken is en ondergegaan in een akkerperceel.De bij de opgraving gevonden subrecente sporen zijn de restanten van een mitrailleurnest van de Duitse bezetters uit de weken van de bevrijding door Engelse geallieerden in de eerste helft van september 1944. Waardoor onbedoeld toch nog een stukje oorlogsarcheologie zijn intrede heeft gedaan in Nederweert.
Date: 1985