BAAC heeft op 28 juli 2021 in opdracht van de gemeente Helmond een opgraving uitgevoerd in het plangebied Mierlo-Hout, Medevoort 4-6 in de gemeente Helmond. Tijdens het onderzoek zijn in totaal twee opgravingsputten en een kijkgat met een totale oppervlakte van ruim 550 m2 onderzocht. De aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de voorgenomen realisatie van woningen in het plangebied.Het uitgevoerde onderzoek is het vervolg op een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek (IVO-overig) dat in 2017 door E-consultancy is uitgevoerd. Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek heeft het plangebied een hoge archeologische verwachting voor alle perioden: steentijden, bronstijd, ijzertijd, Romeinse tijd, middeleeuwen en nieuwe tijd.Omdat bij het booronderzoek bodemverstoringen in vier van de vijf boorkernen zijn vastgesteld is geadviseerd het plangebied vrij te geven. Het bevoegd gezag, de gemeente Helmond, heeft dit advies niet overgenomen omdat het niet voldoende duidelijk was of de aard en diepte van de verstoring ervoor gezorgd hebben dat alle archeologische waarden vernietigd zijn. Daarom is een opgraving uitgevoerd. Hierbij zijn in eerste instantie twee bouwputtenopgegraven. Wanneer er aanleiding voor was kon de opgraving worden uitgebreid, tot maximaal 5900 m2. Beide bouwputten zijn opgegraven. Er was geen aanleiding om de opgraving verder uit te breiden, wel is in het noordelijke deel van het te ontwikkelen perceel een kijkgat gegraven van circa 11 m2. Totaal is ruim 550 m2 opgegraven.Er zijn geen archeologische sporen aangetroffen. Er zijn twee sporen aangekrast en gedocumenteerd, maar deze bleken na couperen beide natuurlijk van aard. Verder zijn er alleen (sub)recente sporen aangetroffen, ploegsporen, bandensporen van een tractor en verstoorde zones waarbij de verstoorde laag die in het profiel is waargenomen tussen de bouwvoor en de natuurlijke ondergrond dieper doorloopt en een deel van het vlak in de top van de natuurlijke ondergrond heeft verstoord. De bodem is bij (sub)recente ingrepenafgetopt en verploegd.In de bovengrond en in een ploegspoor zijn wel vondsten aangetroffen; aardewerk uit de periode 1300-1500 en 1550-1750, loden kogels uit de periode tussen 1550 en 1860 en munten die dateren in de periode tussen de 17e en de 19e eeuw Alleen een 5 cent munt (stuiver) is jonger, uit 1962.Concluderend kan gesteld worden dat er geen sprake (meer) is van een archeologische vindplaats. Er zijn geen archeologische sporen aangetroffen.Er zijn wel vondsten aangetroffen, maar die bevonden zich in de (sub) recente Opgraving 8 bovengrond en in een ploegspoor. Er zijn geen vondsten aangetroffen die ouder zijn dan de 14e eeuw, de vondsten dateren voor een groot deel tussen de 16e en de 19e eeuw. De bodem is door aftopping en ploegen (deels) verstoord geraakt waarbij mogelijk aanwezige archeologische sporen zijn verdwenen.Wanneer er eventueel archeologische waarden binnen het plangebied aanwezig zijn geweest dan zijn die verdwenen. Er worden binnen het plangebied geen archeologische vindplaatsen meer verwacht.
Date Submitted: 2022-05-13