In de zomermaanden van 1996 vonden twee opgravingen plaats in de binnenstad van Tiel, één aan de Koornmarkt en één op de hoek Westluidensestraat - Tolhuisstraat, lokatie Tol-Zuid. Beide opgravingen waren een vervolgonderzoek op respectievelijk het onderzoek dat is uitgevoerd aan de Koornmarkt in het voorjaar van 1995 en het onderzoek dat is verricht aan de Borchgang, lokatie Tol-Noord in het voorjaar van 1996.Het archeologisch onderzoek werd uitgevoerd door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in opdracht van de gemeente Tiel.De aanleiding hiervoor vormde de nieuwbouwplannen in de vorm van winkels en woningen op beide lokaties.De twee opgravingen hebben een schat aan informatie opgeleverd over de ontwikkeling van Tiel als handelsnederzetting vanaf ongeveer 900 n.Chr. Op de lokatie Tol-Zuid is een deel van de haven opgegraven. Uit de vele houtresten konden verschillende fasen gereconstrueerd worden. In de vroegste fasen konden schepen aanleggen aan steigers. Door verzanding moesten de aanlegplaatsen verplaatst worden naar het oosten en werden er kaden met beschoeiingen aangelegd.Bijzonder is dat enkele fasen vrij nauwkeurig gedateerd konden worden door middel van jaarringonderzoek van het eikenhout. Tevens kwamen nieuwe gegevens over de loop van de Linge op deze plaats naar boven.Aan de Koornmarkt is een deel van het handelskwartier opgegraven. De gebouwen die deel uit maakten van het handelskwartier waren gericht op de Linge. Ook hier konden verschillende fasen van bebouwing uit de houtresten gereconstrueerd worden en speelde het jaarringonderzoek een belangrijke rol.In de vroegste fasen was er nog genoeg ruimte aan de Linge en stonden de gebouwen op brede erven, maar omstreeks 965 n.Chr. veranderde dit. Er vond verdichting van de bebouwing langs de Linge plaats en het handelskwartier kreeg een bijna stads uiterlijk met vrijwel identieke gebouwen op smalle erven.Tijdens het archeologisch onderzoek is niet alleen meer bekend geworden over de ontwikkeling van de handelsnederzetting Tiel, maar ook over de ontwikkeling van enkele soorten aardewerk uit deze periode, hoewel het laatste woord over het aardewerk nog niet is gezegd. Tot voor kort was er niet veel bekend over deze vondstcategorie uit met name de 10e eeuw, vooral omdat in Nederland weinig nederzettingen uit deze periode zijn opgegraven. Omdat zowel aan de Koornmarkt als op de 'Tol-Zuid' verschillende lagen en fasen en daarmee ook het bijbehorende aardewerk vrij nauwkeurig gedateerd kunnen worden door middel van jaarringonderzoek, heeft dit de kennis omtrent het voorkomen en de datering van enkele aardewerksoorten vergroot.