In totaal zijn tijdens het veldonderzoek (verkennende fase) zeventien boringen verricht. De bodemopbouw in het noordelijke deel van het plangebied bestaat uit een geroerde/vergraven bovenlaag, een esdek dat verstoord is, op keizand en keileem. In het zuidelijke deel van het plangebied is het esdek wel intact. In het plangebied zijn geen intacte podzolbodems aangetroffen, en behalve de cultuurlagen behorende bij de 19e eeuwse boerderij zijn er geen oudere archeologische cultuurlagen of archeologische indicatoren aangetroffen. Selectie-advies door S. Dresscher MA (senior KNA-archeoloog). Inventariserend veldonderzoek: verkennende fase. Met het veldonderzoek is vastgesteld dat de bodem in het noordelijke deel (Figuur 10) van het plangebied verstoord is. In het zuidelijke deel van het plangebied is het esdek nog intact. In de boringen zijn geen vondsten gedaan en er is geen intacte podzolbodem aanwezig. In theorie is het esdek een goede bescherming voor eventuele aanwezige archeologische vindplaatsen. Maar door de afwezigheid van podzolbodems zullen archeologische waarden deels zijn aangepast. Vanwege de bodemverstoring achten wij de kans op archeologische waarden in het noordelijke deel van het plangebied laag (Figuur 10). Het intacte esdek in het zuidelijke deel is wel een goede bescherming voor eventuele archeologie. Daarom adviseren wij voor het zuidelijke deel van het plangebied een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek van 20 boringen per hectare. Het doel hier is om archeologische indicatoren (vondsten) op te sporen. Selectiebesluit bevoegde overheid. Dit rapport is ter toetsing voorgelegd aan de bevoegde overheid, de gemeente De Wolden. Deze heeft zijn archeologisch adviseur, mevr. M. Montforts (Libau) geraadpleegd. De gemeente heeft op 8 juni 2022 laten weten bovengenoemd selectieadvies over te nemen.