In opdracht van Denys heeft RAAP op 11 en 12 augustus 2015 een archeologische begeleiding uitgevoerd in verband met werkzaamheden aan een gasleiding in de gemeente Wageningen. Het primaire doel van dit onderzoek was het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie van deze vindplaats die tijdens archeologisch vooronderzoek is aangetroffen (behoud ex situ).
De belangrijkste ontdekking tijdens de begeleiding was een kuil die fragmenten van aardewerken potten bevatte van ‘Hilversum-aardewerk’. Omdat het aardewerk in combinatie met fragmenten houtskool, verbrande leem, bot en vuursteen is gevonden, betreft dit nederzettingsafval. ‘Hilversum-aardewerk’ is in deze context bijzonder omdat het maar zelden in nederzettingscontext wordt gevonden.
De typochronologische datering van dit aardewerk is consistent met de 14C-datering, namelijk het begin van de Midden Bronstijd of het eind van de Vroege Bronstijd (tussen circa 1900 en 1600 voor Chr.). Uit deze periode zijn op de Zuidelijke Veluwe maar weinig nederzettingen bekend. Onderzoek van verkoolde zaden uit deze kuil wijst uit dat gerst, emmertarwe en een halve steenvrucht (pit) van een Sleedoorn aanwezig waren. Uit de intacte akkerlaag zijn aardewerkscherven uit andere perioden gevonden. De perioden IJzertijd t/m Romeinse tijd, Merovingische tijd en de Volle Middeleeuwen zijnin het materiaal vertegenwoordigd.
De resultaten wijzen er op dat in aangrenzende gebieden buiten het plangebied met behoudenswaardige resten rekening gehouden moet worden. Daarom wordt aanbevolen archeologisch onderzoek uit te voeren indien ontwikkelingsplannen voor aangrenzende gebieden worden voorgenomen.