Uiterweg 255-ws1, Aalsmeer

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in oktober 2022 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Uiterweg 255-ws1 in Aalsmeer, gemeente Aalsmeer. Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde verwachting opgesteld. Hieruit volgt dat de diepere ondergrond uit wad- en kwelderafzettingen (Laagpakket van Wormer van de Formatie van Naaldwijk) bestaat. Indien sprake is van getij-inversieruggen dient rekening te worden gehouden met archeologische sporen en vondsten uit het Neolithicum. Omdat tot op heden in het onderzoeksgebied geen vondsten en/of sporen uit deze periode bekend zijn, is het de vraag in hoeverre het toenmalige getijdenlandschap geschikt was voor bewoning. Mogelijk werd het gebied alleen gebruikt voor de jacht en de visserij. In de periode Bronstijd tot en met de Vroege Middeleeuwen bevond zich ter plaatse van het onderzoeksgebied een uitgestrekt veenmoeras. Op grond van de natte omstandigheden en afwezigheid van grote rivieren die toegang kunnen verschaffen tot het gebied wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische sporen in het veen (Hollandveen Laagpakket van de Formatie van Nieuwkoop) gering geacht. Vanaf de Late Middeleeuwen werd het gebied op grote schaal ontgonnen en in gebruik genomen voor de landbouw. De intensieve ontginningen leidden tot oxidatie en inklinking van het veen, waardoor het gebied steeds lager kwam te liggen. Vanwege wateroverlast die daardoor ontstond schoof de bewoning gefaseerd naar het noordwesten. Hierbij ontstond de huidige nederzetting Aalsmeer en het bebouwingslint langs de Uiterweg. Dit lint kan worden beschouwd als een tertiaire ontginningsas en is het resultaat van het tweemaal verplaatsen van de ontginningsbasis. Op basis van bekende historische gegevens kunnen ter plaatse van de landstrook langs de Uiterweg resten vanaf de Late Middeleeuwen en met name vanaf de 16e eeuw worden aangetroffen. De resten zullen zich in top van het veen en/of een eventueel bovenliggend ophogingspakket bevinden. Hierbij moet worden opgemerkt dat oude kaarten geen aanknopingspunten geven voor de aanwezigheid van bewoning in het plangebied zelf. In de tweede helft van de 19e eeuw is het plangebied in gebruik genomen als tuinbouwgrond en was het vanaf de jaren vijftig in gebruik voor de glastuinbouw. Daarbij is een deel van het oppervlaktewater gedempt en is mogelijk het maaiveld opgehoogd. De sanering van de kassen in 2008/2009 kan hebben geleid tot plaatselijke verstoringen. Om deze verwachting te toetsen en aan te vullen is een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is vastgesteld dat de diepere ondergrond, beneden een diepte van 450 à 460 cm -mv (circa 4,80 tot 4,60 m -NAP), uit bijna ongerijpte kleiige wad- of kwelderafzettingen (Laagpakket van Wormer van de Formatie van Naaldwijk) bestaat. Dit pakket gaat naar boven toe geleidelijk over in een 350 à 370 cm dik pakket organisch sediment (meermolm). Hierop ligt een 90 tot 180 cm dik pakket zwak zandig veen of sterk zandige klei, dat is opgebracht ten behoeve van het gebruik van de locatie voor de tuinbouw en glastuinbouw vanaf de tweede helft van de 19e eeuw. Vanwege het ontbreken van een potentieel archeologisch niveau dient de hoge verwachting voor resten uit de periode Late Middeleeuwen tot en met Nieuwe tijd naar een lage verwachting te worden bijgesteld. De lage verwachting voor de overige perioden dient te worden gehandhaafd.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/0CREAR
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/0CREAR
Provenance
Creator R.M. van der Zee
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Beestman, J.W.
Publication Year 2023
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Beestman, J.W. (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf
Size 5124919
Version 1.0
Discipline Humanities